Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H8142שֵׁנָהshênâh; or שֵׁנָא; (Psalm 127:2), from 3462; sleep — sleep.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws יָשֵׁןH3462 "inslapen, inburgeren, het oude dat verouderd is, dat overgebleven, ontslapen, verouderd, het overjar"; Aramees שְׁנָהH8139 "sleep";