Spreuken 15:11 | De hel en het verderf zijn voor den HEERE; hoeveel te meer de harten van des mensen kinderen? |
Jesaja 30:10 | Die daar zeggen tot de zieners: Ziet niet; en tot de schouwers: Schouwt ons niet, wat recht is; spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons bedriegerijen. |
Jona 2:2 | En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, [en] Gij hoordet mijn stem. |
2 Corinthiers 12:4 | Dat hij opgetrokken is geweest in het paradijs, en gehoord heeft onuitsprekelijke woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken. |