Job 31:32 | De vreemdeling overnachtte niet op de straat; mijn deuren opende ik naar den weg; |
Psalm 23:5 | Gij richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartijders; Gij maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende. |
Romeinen 12:13 | Deelt mede tot de behoeften der heiligen. Tracht naar herbergzaamheid. |
Romeinen 16:2 | Opdat gij haar ontvangt in den Heere, gelijk het den heiligen betaamt, en haar bijstaat, in wat zaak zij u zou mogen van doen hebben; want zij is een voorstandster geweest van velen, ook van mijzelven. |
1 Timotheus 3:2 | Een opziener dan moet onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, gaarne herbergende, bekwaam om te leren; |
Hebreeen 13:2 | Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd. |