Psalm 89:10 | Gij heerst over de opgeblazenheid der zee; wanneer haar baren zich verheffen, zo stilt Gij ze. |
Psalm 93:4 | [Doch] de HEERE in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren, [dan] de geweldige baren der zee. |
Jona 2:3 | Want Gij hadt mij geworpen [in] de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen. |
Handelingen 27:41 | Maar vervallende op een plaats, die de zee aan beide zijden had, zetten zij het schip daarop; en het voorschip, vastzittende, bleef onbewegelijk, maar het achterschip brak van het geweld der baren. |