Arauna
אֲרַוְנָה H728 "Arauna", אׇרְנָן H771 "Ornan, Arauna",

Zie ook: Personen, Namen,

Arauna (Hebreeuws אֲרַוְנָה H728 en אׇרְנָן H771), een persoon in de Bijbel.

Inhoud

Bijbel

Zoals de meesten weten was Arauna (אֲרַ֥וְנָה) een Jebusiet (2 Sam 24), in de Kronieken komt hij voor onder een andere naam: אָרְנָן Ornan, op wiens dorsvloer David de voorbereidingen trof voor de tempel.
David had vlak voor deze voorbereidingen het idee opgevat om een volkstelling te houden, nadat deze was voltooid kreeg hij last van zijn geweten en zij tegen de HEER dat hij zwaar had gezondigd en of God hem deze domme en goddeloze daad wou vergeven (2 Sam 24:10). Bij monde van de profeet Gad kreeg David de keuze uit drie dingen: zeven jaar hongersnood, drie maanden lang vluchten voor zijn vijanden of drie dagen pest in het land (2 Sam 24:13). Hij kiest voor de pest, maar op het moment dat de doodsengel op het punt stond om Jeruzalem (het vroegere Jebus) te vernietigen, kreeg de Here spijt. Daar de doodsengel zich op dat moment bevond op de dorsvloer van de Jebusiet Arauna moet David daar een altaar bouwen.
Nu komen we bij een interessant gedeelte in de geschiedenis, David als de grote overwinnaar had dit land kunnen vorderen van de overwonnene Jebusiet Arauna, inclusief het vee, maar nee hij wil hem kopen. Want beargumenteerd David, hij wil de Heer niets offeren dat hem niets heeft gekost (2 Sam 24). Nu wil het geval dat vele jaren geleden H.F. Kohlbrugge een reeks preken heeft gehouden waaronder één met als thema "De Engel des Heeren boven de dorsvloer van Arauna de Jebusiet" en tijdens deze preek wees hij op de naam van Arauna, overal in deze geschiedenis wordt gebruikt: "Een enkel woord, ja een letter is dikwijls genoeg om licht en klaarheid te verspreiden over hetgeen ons anders duister is in Gods Woord. Onze vertalers, hoe voortreffelijk hun werk ook overigens zij, is het niet in het oog gevallen, dat alleen in het 18e vers van 2 Sam. 24 en wel door de ziener Gad, toen hij David het bevel des Heeren overbracht om een altaar te bouwen, de koning der Jebusieten - die bij Samuël altoos Arauna, en in 1 Kronieken 21 Ornan heet - niet met deze namen, maar "Aranja" genoemd wordt. Deze naam nu "Aranja" beduidt in het Hebreeuwsch: De Heere verheugt er Zich over. Dus op de dorsvloer van "vreugde des Heeren", op de dorsvloer, die een Jebusiet toebehoorde, moest David het altaar oprichten." Vermoedelijk wil Kohlbrugge het afleiden van rânan "roepen, juichten", echter dat geeft geen verklaring voor de alef welke als prefix aanwezig is.


Terminologie

אֲרַוְנָה H728 "Arauna" (2 Sam. 24:20-24; Qere 2 Sam. 24:16, 18) of אׇרְנָן H771 "Ornan" (1 Kron. 21:15-28; 2 Kron. 3:1), Ketiv הָאֹורְנָה (2 Sam. 24:16, 18).

Volgens H. B. Rosen een afleiding van het Hettitisch a-raw-wan-ni of a-ra-u-wan-ni "aristocraat" (H. B. Rosen V.T. v (1955), p. 318-320; SBOT), arauanis (A.H. Sayce, "The  Hittite Name Araunah" JOTS 1 april 1921 p. 267–268). Volgens anderen van het Horitisch "heer, aristocraat" (SBOT; Encyclopedia of the Bible, Araunah). Beide verklaringen lijken te worden bevestigd in 2 Samuel 24:23 waar staat "Arauna, de koning" (cf. Gary A. Rendsburg, "Reading David in Genesis", Biblical Archaeology Review, 2001).

Overige gegeven betekenissen of afleidingen: "ark; song; joyful cry" (Hitchcock's Bible Names; Abarim Publications), "to be strong" (International Standard Bible Encyclopedia), "agile" (Easton's Bible Dictionary; Abarim Publications).


Aangemaakt 17 mei 2006


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!