Jabneel, Jamnia, Javne (plaats)
יַבְנְאֵל H2995 "Jabneel", יַבְנֶה H2996 "Jabne",

Zie ook: Oude Testament, Plaatsen,

Een tweetal plaatsen die worden genoemd in de Bijbel. 1) Een stad in het zuidwestelijke grensgebied van Judea (Joz. 15:11); 2) Een stad in Naftali (Joz. 19:33).

Inhoud

Jabne, Jamnia (Judea)

יַבְנְאֵל Yabnĕ'el de stad Jabneel in het zuidwestelijke grensgebied van Judea (Joz. 15:11) en die mogelijk gelijk is aan יַבְנֶה Yabneh Jabne, de Filistijnse stad die door Uzzia werd ingenomen (2 Kron. 26:6). Mogelijk het hedendaagse Yavne-Yam aan de kust, of Yibna in de kustvlakte ten zuiden van Nahal Sorek.

Geschiedenis

De haven Jabneh-Yam wordt voor het eerst genoemd door Thutmose III en in de El-Amarna brieven. In de Hellenistische tijd stond de stad bekend als ʾΙάμνια Iamnia en werd als militaire basis gebruikt (1 Mak. 5:58). Tijdens de opstand van de Makkabeeën was er een Joodse gemeenschap die werd bedreigd door de overige inwoners. Als waarschuwing viel Judas Makkabeüs de haven aan en verbrande haar schepen (2 Mak. 12:8–9). Ten tijde van Alexander Yannai, was Jabne al een Hasmonese stad (Josephus, Ant., 13:324) en de hele bevolking was joods. Pompeius probeerde het nog te doen herleven als een niet-Joodse plaats (63 v.C; (Josephus, Ant., 14:75; Josephus, Wars, 1:157) en liet de wederopbouw over aan zijn plaatsvervanger Gabinius (Josephus, Wars, 1: 166). De stad werd vermoedelijk bij de troonsbestijging aan Herodes gegeven, die het na zijn dood naliet aan zijn zuster Salomé (Josephus, Ant., 17:321; Josephus, Wars, 2:98). Na haar dood werd de stad gegeven aan keizer Augustus die het beheerde als een keizerlijk privé landgoed, een status die het minstens een eeuw lang behield (Kletter, Raz (2004). "Tel Yavne". Excavations and Surveys in Israel 116). Later werd Iamnia bezit van Livia de toekomstige Romeinse keizerin en daarna van haar zoon Tiberius.

Na de val van Jeruzalem werd de stad gebruikt als vestigingsplaats van het Sanhedrin, eerst onder R. Johanan, later onder Rabban Gamaliel II (Tosef., Ber. 2:6). In sommige opzichten was de stad nu gelijk aan Jeruzalem, want hier werd nu het schrikkeljaar bepaald en de sjofar geblazen en pelgrims bezochten de stad driemaal per jaar (Tosef., Ḥul. 3:10; RH 29b; Shab. 11a). Een van de belangrijkste beslissingen die hier werden genomen was het bepalen van de canon van de Tenach. Tijdens zijn bloeiperiode van 70-132 n.C. werd Jabne de stad van geleerden en rabbijnen genoemd. Ook werd Rabban Gamaliel hier begraven.

In de 5de eeuw waren de meeste bewoners van de stad christelijk en hun bisschop nam deel aan de concilies te Nicea (325 n.C.), Chalcedon (451 n.C.), en Jeruzalem (518 en 536 n.C.).

De Arabieren veroverden de stad in 634, tijdens de kruistochten werd het een vesting, Ybellin genoemd, een leengoed van de adellijke familie Balian die diende als basis voor operaties tegen het islamitische Askelon. In 1123 vond hier de Slag bij Yibna plaats, de kruisvaarders geleid door Eustacius Grenier wisten een Fatimiden strijdmacht vanuit Egypte die gestuurd was door vizier Al-Ma'mum te verslaan. Fulcher van Chartres beschrijft in zijn kroniek deze slag als volgt: "Dit gevecht duurde niet lang omdat onze tegenstanders ons zwaarbewapend aan zagen komen en onze uitstekende organisatie niet de baas konden, hun ruiters namen onmiddellijk de benen alsof ze behekst waren, vlogen in paniek in plaats van hun goede verstand te gebruiken, hun fronttroepen werden compleet afgeslacht" (Fulcher, III.XVIII.4, p. 242). Saladin veroverde de burcht in 1187, waarna de plaats aan betekenis verloor. Uit de kruisvaarderstijd is nog een kerk overgebleven.

Na de oprichting van de staat Israël werd de stad veroverd op de Iraakse soldaten en in 1949 herbouwd. Tegenwoordig is het instituut voor kernonderzoek hier gevestigd, naast enkele high tech bedrijven en heeft ongeveer 30.000 inwoners.


Jabneel (Naftali)

יַבְנְאֵל Yabnĕ'el Jabneel, een stad in Naftali (Joz. 19:33), mogelijk het huidige Khirbet Yamma, 11 km ten zuiden van Tiberias.


Koop nu