Abagtha (Hebreeuws אֲבַגְתָא H5), persoon in de Bijbel.
Persoon, een van de zeven eunuchs gezonden door Ahasveros om koningin Vashti te halen voor een koninklijk feest (Esth. 1:10).
Mogelijke betekenissen "door God geschonken", "schoon van gestalte" of "geluksgeschenk".
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!