Herodes Agrippa I
Ἀγρίππας G67 "Agrippa", Ἡρώδης G2264 "Herodes",

Zie ook: Herodes Dynastie,

Herodes Agrippa I (10 v.C.-44 n.C.) (gelatiniseerde naam: Marcus Iulius Agrippa) was koning over delen van Israël in de Herodiaanse dynastie.

Inhoud

Bijbel

Ziekte en sterven van Herodes Agrippa I

Zie ook: wormen

In Handelingen 12:23 lezen we "En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest." Nagenoeg een zelfde beschrijving vinden we bij Flavius Josephus (The Antiquities of the Jews, 19.343-350) die spreekt van "een hevig buiklijden" (Op de tweede dag van de feesten trok Herodes een schitterend gewaad aan, dat geheel van zilver gemaakt was. Toen de eerste zonnestralen het zilver beschenen, schitterde het zo wonderlijk dat de menigte er de ogen niet van kon afhouden. En onmiddellijk deden de vleiers van alle kanten kreten horen, waarbij zij hem begroetten als een god. En daarbij riepen zij;”Wees genadig; ook al hebben we u tot nu tot vereerd als mens, zo moeten we  nu belijden  dat u boven de menselijke natuur uitgaat. De koning berispte hen niet en liet deze aanbidding zich graag welgevallen. En toen overviel hem plotseling een hevig inzettende onafgebroken pijn in zijn ingewanden. Terwijl hij zijn ogen richtte op zijn vrienden, zei hij: “Ik uw god, ontvang op dit ogenblik  het bevel om mijn leven te eindigen. Het noodlot toont op dit ogenblik de onjuistheid van die woorden die bedrieglijk over mij gezegd zijn: ik, die door u onsterfelijk genoemd werd, ga nu stervend  heen en "Terwijl hij dat zei, werd hij door de hevige pijn overweldigd. Daarom werd hij haastig naar het paleis gebracht. Nadat hij onafgebroken gedurende vijf dagen door de pijn in zijn maag was gekweld, stierf hij in het 54ste jaar van zijn leven.")

Ook van Pheretimè de dochter van Battos wordt door Herodotos verteld dat ze levend werd opgevreten door wormen (Herod. Historiën IV.205), blijkbaar moeten we hier aan een soortgelijke ziekte denken. Men heeft gedacht aan een blindendarmontsteking, buikvliesontsteking of een koliek. Maar hier zijn geen wormen de oorzaak, dus moet het wat anders zijn geweest. In derde wereldlanden zijn veel mensen en dieren besmet met allerlei soorten lintwormen, in gebieden waar schapen en rundvee gefokt worden is de hondenlintworm (Echinococcus granulosus) algemeen voorkomend. Hierbij doen de schapen en het vee voor de parasiet dienst als tussen-gastheer, door het eten van het geïnfecteerde vlees worden hond en mens besmet. De parasieten hopen zich op in holten of zakken in meestal de rechterkwab van de lever en worden dan scolies genoemd. Als zo'n holte breekt dringt in de buikholte niet alleen honderdduizenden scolies maar ook afval uit de cellen naar binnen, dit geeft ernstige buikkrampen en kan leiden tot een plotselinge dood.


Geschiedenis

Geboren in 11 v.C. als kleinzoon van Herodes de Grote, kreeg hij een nette Romeinse opvoeding aan het keizerlijk hof, want de banden tussen het huis van Herodes en de Julisch-Claudische dynastie waren nauw. In Rome leerde hij, samen met een keizerlijke prins als Caligula, de grand seigneur uit te hangen. Dat deed hij zelfs zo goed dat hij bankroet ging en gedwongen was rond 34 n.C. een betrekking aan te nemen in het staatje dat zijn oom Herodes Antipas in Galilea had gesticht. Het liep uit op ruzie tussen oom en neef, waarop Agrippa vertrok naar Antiochië, waar hij ruzie kreeg met de Romeinse gouverneur. Vervolgens reisde hij door naar Alexandrië, waar het ook al bonje was.

In 36 bevond hij zich in Rome, waar keizer Tiberius de bankroetier gevangen zette. Lang zat Agrippa niet vast: in 37 overleed de keizer, om te worden opgevolgd door Caligula. Die benoemde de gevangene tot koning van de Golan-hoogte en het zuiden van wat nu Syrië is. Pas na een jaar besloot de nieuwbakken vorst zijn koninkrijkje te bezoeken: in juni 38 verliet hij Rome. Via Alexandrië kwam hij aan in zijn hoofdstad Panias, waar hij munten liet slaan, waarop Caligula staat afgebeeld met zijn zusters. De dankbare paladijn schurkte tegen zijn broodheer aan. Enkele maanden later flakkerde zijn ruzie met zijn oom Antipas op. Het heeft er de schijn van dat Agrippa erin slaagde zijn oom te arresteren en naar Italië te brengen, waarvandaan Caligula Antipas in ballingschap stuurde naar Lyon. Het lijkt erop dat Agrippa het escorte vormde, want op 1 januari 40 bevond hij zich in Lyon, toen Caligula daar het consulaat aannam (Cassius Dio, Romeinse geschiedenis 59.24.1).

Agrippa in Nederland

Hij behoorde nu bij de amici, de officiële vrienden, van de keizer. In het voorjaar van 40 voer het gezelschap met enkele legereenheden de Rijn af, richting Valkenburg en Katwijk, waar het beroemde “schelpenincident” plaatsvond: de keizer stelde zijn troepen op het strand op en beval zijn manschappen schelpen te zoeken (Suetonius, Caligula 46). Het is onbekend of er meer achter deze anekdote steekt, maar een plausibele verklaring is dat Caligula Britannië wilde aanvallen en ontdekte dat een oversteek vanuit Katwijk te riskant was. Of dat de soldaten dienst weigerden. In elk geval: Caligula keerde onverrichterzake vanuit Nederland terug naar Rome.

(deels overgenomen van Jona Lendering, Mainzer Beobachter, juni 11, 2015)


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!