Het was gebruikelijk dat de veroordeelden geheel naakt deze dwarsbalk (=patibulum) zelf naar de plaats van executie droegen. Dat was meestal een extra pijniging want meestal was het slachtoffer al met beide armen uitgestrekt aan die balk vastgebonden. Zo rustte het gewicht in feite op de uitsteeksels van de bovenste rugwervels en de laagste nekwervels. Mocht de veroordeelde onderweg struikelen dan werd hij meestal ernstig gewond, want hij viel voorover plat op zijn gezicht. Daarbij kreeg hij nog het gewicht van de balk in zijn nek. Hij kon zijn gezicht niet beschermen daar zijn handen wijd uitgestrekt aan het stuk hout vastgesnoerd waren. Bij die valpartijen braken soms de neus, jukbeenderen en de tanden van de ter dood veroordeelde. Ook Jezus heeft niet het gehele kruis gedragen. Hij droeg alleen de dwarsbalk. Deze was van cipressenhout en zal ongeveer tussen de 30 en 50 kg gewogen hebben. Het gehele kruis woog tussen de 100 en 150 kg en was dus niet door een persoon te tillen zijn geweest.
…
Waaraan stierf het beklagenswaardige slachtoffer tenslotte en wat was medisch gesproken de uiteindelijke doodsoorzaak? Dat is met redelijke zekerheid te reconstrueren. De wonden in de polsen en voeten waren niet levensgevaarlijk, evenmin als het geringe bloedverlies. Neen, de dood trad in door een geheel ander mechanisme. Als men iemand aan de polsen ophangt zakt het lichaam door de zwaartekracht naar beneden. Hierdoor komt er een grote spanning te staan op de spieren van de armen, de schouders en de borst. De ribben worden naar boven getrokken en op die wijze komt de borstkas in maximale inademingsstand te staan. De gekruisigde kan nog ademen met behulp van zijn middenrif. Maar het is dan moeilijk om uit te ademen en de veroordeelde begint het na 10 minuten benauwd te krijgen. Hij is dan enigszins te vergelijken met een longpatiënt die een ernstige astma-aanval heeft. De zwaar belaste arm-, schouder- en borstspieren geraken in een uiterst pijnlijke kramptoestand. De spierstofwisseling wordt verhoogd terwijl daar door een belemmerde bloedcirculatie in de ledematen onvoldoende zuurstof voor beschikbaar is. Het resultaat is onder meer de productie van grote hoeveelheden melkzuur, waardoor er tenslotte in het gehele lichaam een verzuringsproces optreedt. De situatie wordt verergerd doordat de veroordeelde, zoals eerder opgemerkt, niet goed kan uitademenen en daardoor zijn door het lichaam geproduceerde koolzuurgas niet meer volledig kwijt kan. Het slachtoffer begint extreem te transpireren waardoor letterlijk het doodszweet met stromen langs zijn lichaam loopt. Ook het hart begint het langzamerhand op te geven. Tenslotte sterft het slachtoffer aan shock en verstikking. Dit kan reeds binnen het half uur geschieden. De Duitsers pasten deze dodelijke marteling onder meer in het concentratiekamp te Dachau toe. Ze hingen dan hun slachtoffers met een touw aan de polsen op.
Zulk een betrekkelijk snelle dood was niet de bedoeling van de Romeinen. Daarom werden ook de voeten vast gespijkerd. De veroordeelde kon dan de dreigende verstikking tijdelijk onderbreken of uitstellen door zich op de voetspijker af te zetten, de benen te strekken, het lichaam omhoog te drukken en zodoende de arm- en borstspieren wat te ontlasten. Dan kon hij weer korte tijd redelijk goed ademhalen. De verzuring van het lichaam werd wat minder en de vale gelaatskleur verdween. Maar het staan met het volle lichaamsgewicht op een vierkante spijker die dwars tussen de middenvoetsbeenderen is geslagen, veroorzaakt een onhoudbare pijn. De veroordeelde buigt dan weer spoedig de knieën en zakt naar beneden totdat hij weer aan de spijkers in de polsen hangt. Zo rekt de gekruisigde het armzalige leven. Steeds weer zal hij zich moeizaam opdrukken en zich daarna gedwongen door de pijn laten zakken. Zijn door de voorafgegane geseling kapotgeslagen rug wordt daarbij door het ruwe hout voortdurend opengescheurd. Op en neer, tienmaal, honderdmaal totdat de uitputting het hem dat verder onmogelijk maakt en hij sterft aan verstikking.
Pasen: de kruisdood
CRUCIFIXION IN ANTIQUITY