Angus McBride , Het leven van Christus, hard, [1980], 124, Het woord 'Sadducee' is waarschijnlijk afgeleid van de naam 'Zadok', de hogepriester van Salomo. De Sadduceeën kunnen worden beschouwd als de partij van het establishment. Evenals de andere religieuze groeperingen ten tijde van Jezus was deze partij in de tweede eeuw v. C. ontstaan.
De Sadduceeën recruteerden hun leden uit de welvarende, aristocratische families. Uit hun midden kwam menige Hogepriester voort. Omdat de functie van Hogepriester in de Romeinse tijd van grote politieke betekenis was, speelden de Sadduceeën een belangrijke rol in het staatsbestuur en de religie. Toen Herodus hun macht tegelijk met die van de Hogepriester kortwiekte, klampten zijzich vast aan hun oude kerkelijk privileges en stelden zich zeer conservatief op. Ze onderhielden goede relaties met de Romeinen, te dele uit eigenbelang, ten dele omdat ze er echt van overtuigd waren dat de Joden geen andere keus hadden dan collaboreren.
De Wet vormde een belangrijke bron van onenigheid tussen de Sadduceeën en Farizeeën. De Farizeeën hadden een mondelinge overlevering opgebouwd, maar de Sadduceeën beperkten zich uitsluitend tot de 613 voorschriften van de geschreven Wet en weigerden deze aan te vullen. Ze verwierpen ook veel theologische leerstellingen omdat deze niet in de bestaande canon te vinden waren (zoals: de herrijzenis uit de doden; het voortbestaan van de ziel; het bestaan van engelen, goede en kwade geesten; het tevoren door God beschikte ingrijpen in het leven op aarde). Hun religieus conservatisme ging gepaard aan politiek conservatisme. Zij stonden sceptisch tegenover goddelijke interventie in menselijke aangelegenheden en geloofden dat de mens zijn hele leven kon regelen met de Torah. Op grond daarvan verwierpen de Sadduceeën het idee van een theocratische staat en hielden zij vast aan de status quo. Alles wat naar opstand riekte, wekte hun aversie.
Vanwege hun nauwe betrekkingen met de belangrijkste priesters gaven de Sadduceeën de toon aan in de tempel. De tempelcultus voltrok zich volgens hun beginselen en de rechtspraak geschiedde via een strikte interpretatie van de Torah. Vanwege hun strengheid waren de Sadduceeën bij het gewone volk niet erg geliefd. Na de verwoesting van Jeruzalem n 70 n.C. verloren ze hun betekenis als politieke partij, een logisch gevolg van hun onmacht om de Torah, en daarme de zetel van de geestelijke macht, los te zien van de tempel.