Mattheus 27:15 | En op het feest was de stadhouder gewoon den volke een gevangene los te laten, welke zij wilden. |
Mattheus 27:16 | En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd Bar-abbas. |
Markus 15:6 | En op het feest liet hij hun een gevangene los, wien zij ook begeerden. |
Handelingen 16:25 | En omtrent den middernacht baden Paulus en Silas, en zongen Gode lofzangen en de gevangenen hoorden naar hen. |
Handelingen 16:27 | En de stokbewaarder, wakker geworden zijnde, en ziende de deuren der gevangenis geopend, trok een zwaard, en zou zichzelven omgebracht hebben, menende, dat de gevangenen ontvloden waren. |
Handelingen 23:18 | Deze dan nam hem en bracht [hem] tot den overste, en zeide: Paulus, de gevangene, heeft mij tot zich geroepen, en begeerd, dat ik dezen jongeling tot u zou brengen, die u wat heeft te zeggen. |
Handelingen 25:14 | En toen zij aldaar vele dagen doorgebracht hadden, heeft Festus de zaken van Paulus aan den koning verhaald, zeggende: [Hier] is een zeker man van Felix gevangen gelaten; |
Handelingen 25:27 | Want het dunkt mij tegen rede, een gevangene te zenden, [en] niet ook de beschuldigingen, die tegen hem zijn, te kennen te geven. |
Handelingen 28:16 | En toen wij te Rome gekomen waren, gaf de hoofdman de gevangenen over aan den overste des legers; maar aan Paulus werd toegelaten op zichzelven te wonen met den krijgsknecht, die hem bewaarde. |
Handelingen 28:17 | En het geschiedde na drie dagen dat Paulus samenriep degenen, die de voornaamsten der Joden waren. En als zij samengekomen waren, zeide hij tot hen: Mannen broeders, ik, die niets gedaan heb tegen het volk of de vaderlijke gewoonten, ben gebonden uit Jeruzalem overgeleverd in de handen der Romeinen; |
Efeziers 3:1 | Om deze oorzaak [ben] ik Paulus de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen zijt. |
Efeziers 4:1 | Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt; |
2 Timotheus 1:8 | Schaam u dan niet der getuigenis onzes Heeren, noch mijns, die Zijn gevangene ben; maar lijd verdrukkingen met het Evangelie, naar de kracht Gods; |
Filemon 1:1 | Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timotheus, de broeder, aan Filemon, den geliefde, en onzen medearbeider, |
Filemon 1:9 | Zo bid ik [nochtans] liever door de liefde, daar ik zodanig een ben, te weten Paulus, een oud man, en nu ook een gevangene van Jezus Christus. |
Hebreeen 13:3 | Gedenkt der gevangenen, alsof gij mede gevangen waart; [en] dergenen, die kwalijk gehandeld worden, alsof gij ook zelven in het lichaam [kwalijk gehandeld] waart. |