G1607 ἐκπορεύομαι
uitgaan, vertrekken

Bijbelteksten

Mattheus 3:5Toen is tot hem uitgegaan Jeruzalem en geheel Judea, en het gehele land rondom de Jordaan;
Mattheus 4:4Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.
Mattheus 15:11Hetgeen ten monde ingaat, ontreinigt den mens niet; maar hetgeen ten monde uitgaat, dat ontreinigt den mens.
Mattheus 15:18Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens.
Mattheus 17:21Maar dit geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten.
Mattheus 20:29En als zij van Jericho uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd.
Markus 1:5En al het Joodse land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hun zonden.
Markus 6:11En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve stad.
Markus 7:15Er is niets van buiten den mens in hem ingaande, hetwelk hem kan ontreinigen; maar de dingen, die van hem uitgaan, die zijn het, welke den mens ontreinigen.
Markus 7:19Want het gaat niet in zijn hart, maar in den buik, en gaat in de heimelijkheid uit, reinigende al de spijzen.
Markus 7:20En Hij zeide: Hetgeen uitgaat uit den mens, dat ontreinigt den mens.
Markus 7:21Want van binnen uit het hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen, hoererijen, doodslagen,
Markus 7:23Al deze boze dingen komen voort van binnen, en ontreinigen den mens.
Markus 10:17En als Hij uitging op den weg, liep een tot Hem, en voor Hem op de knieen vallende, vraagde Hem: Goede Meester! wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beerve?
Markus 10:46En zij kwamen te Jericho. En als Hij en Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, zat de zoon van Timeus, Bar-timeus, de blinde, aan den weg, bedelende.
Markus 11:19En als het nu laat geworden was, ging Hij uit buiten de stad.
Markus 13:1En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen tot Hem: Meester! zie, hoedanige stenen, en hoedanige gebouwen!
Lukas 3:7Hij zeide dan tot de scharen, die uitkwamen, om van hem gedoopt te worden: Gij adderengebroedsels, wie heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?
Lukas 4:22En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden zich over de aangename woorden, die uit Zijn mond voortkwamen; en zeiden: Is deze niet de Zoon van Jozef?
Lukas 4:37En het gerucht van Hem ging uit in alle plaatsen des omliggenden lands.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen