G2192 ἔχω
hebben, behouden, houden

Bijbelteksten

1 Timotheus 6:2En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen.
1 Timotheus 6:8Maar als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd zijn.
1 Timotheus 6:16Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen.
2 Timotheus 1:3Ik dank God, Wien ik diene van [mijn] voorouderen aan in een rein geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn gebeden nacht en dag;
2 Timotheus 1:13Houd het voorbeeld der gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, in geloof en liefde, die in Christus Jezus is.
2 Timotheus 2:17En hun woord zal voorteten, gelijk de kanker; onder welke is Hymeneus en Filetus;
2 Timotheus 2:19Evenwel het vaste fondament Gods staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn; en: Een iegelijk, die den Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid.
2 Timotheus 3:5Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de kracht derzelve verloochend hebben. Heb ook een afkeer van dezen.
Titus 1:6Indien iemand onberispelijk is, ener vrouwe man, gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn.
Titus 2:8Het woord gezond [en] onverwerpelijk, opdat degene, die daartegen is, beschaamd worde, en niets kwaads hebbe van ulieden te zeggen.
Filemon 1:5Alzo ik hoor uw liefde en geloof, hetwelk gij hebt aan den Heere Jezus, en jegens al de heiligen;
Filemon 1:7Want wij hebben grote vreugde en vertroosting over uw liefde, dat de ingewanden der heiligen verkwikt zijn geworden door u, broeder!
Filemon 1:8Daarom, hoewel ik grote vrijmoedigheid heb in Christus, om u te bevelen, hetgeen betamelijk is;
Filemon 1:17Indien gij mij dan houdt voor een metgezel, zo neem hem aan, gelijk als mij.
Hebreeen 2:14Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel;
Hebreeen 3:3Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid waardig geacht dan Mozes, als degene, die het huis gebouwd heeft, meerder eer heeft, dan het huis.
Hebreeen 4:14Dewijl wij dan een groten Hogepriester hebben, Die door de hemelen doorgegaan is, [namelijk] Jezus, den Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden.
Hebreeen 4:15Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle dingen, gelijk als wij, is verzocht geweest, [doch] zonder zonde.
Hebreeen 5:12Want gij, daar gij leraars behoordet te zijn vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke de eerste beginselen zijn der woorden Gods; en gij zijt geworden, [als] die melk van node hebben, en niet vaste spijze.
Hebreeen 5:14Maar der volmaakten is de vaste spijze, die door de gewoonheid de zinnen geoefend hebben, tot onderscheiding beide des goeds en des kwaads.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen