G2596 κατά
neer, omlaag langs iets, volgens

Bijbelteksten

Romeinen 2:6Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken;
Romeinen 2:7Dengenen wel, die met volharding in goeddoen, heerlijkheid, en eer, en onverderfelijkheid zoeken, het eeuwige leven;
Romeinen 2:16In den dag wanneer God de verborgene dingen der mensen zal oordelen door Jezus Christus, naar mijn Evangelie.
Romeinen 3:2Vele in alle manier; want [dit is] wel het eerste, dat hun de Woorden Gods zijn toebetrouwd.
Romeinen 3:5Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als Hij toorn over [ons] brengt? (Ik spreek naar den mens.)
Romeinen 4:1Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees?
Romeinen 4:4Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld.
Romeinen 4:16Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen;
Romeinen 4:18Welke tegen hoop op hoop geloofd heeft, dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen gezegd was: Alzo zal uw zaad wezen.
Romeinen 5:6Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven.
Romeinen 7:13Is dan het goede mij de dood geworden? Dat zij verre. Maar de zonde [is mij de dood geworden]; opdat zij zou openbaar worden zonde [te zijn]; werkende mij door het goede den dood; opdat de zonde boven mate werd zondigende door het gebod.
Romeinen 7:22Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;
Romeinen 8:1Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
Romeinen 8:4Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
Romeinen 8:5Want die naar het vlees zijn, bedenken dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, [bedenken] dat des Geestes is.
Romeinen 8:12Zo dan, broeders, wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven.
Romeinen 8:13Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven.
Romeinen 8:27En Die de harten doorzoekt, weet, welke de mening des Geestes zij, dewijl Hij naar God voor de heiligen bidt.
Romeinen 8:28En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, [namelijk] dengenen, die naar [Zijn] voornemen geroepen zijn.
Romeinen 8:31Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen