Mattheus 5:23 | Zo gij dan uw gave zult op het altaar offeren, en aldaar gedachtig wordt, dat uw broeder iets tegen u heeft; |
Mattheus 5:27 | Gij hebt gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult geen overspel doen. |
Mattheus 5:28 | Maar Ik zeg u, dat zo wie een vrouw [aan]ziet, om dezelve te begeren, die heeft alrede overspel in zijn hart met haar gedaan. |
Mattheus 5:31 | Er is ook gezegd: Zo wie zijn vrouw verlaten zal, die geve haar een scheidbrief. |
Mattheus 5:32 | Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaten zal, anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat zij overspel doet; en zo wie de verlatene zal trouwen, die doet overspel. |
Mattheus 5:33 | Wederom hebt gij gehoord, dat [van] de ouden gezegd is: Gij zult den eed niet breken, maar gij zult den Heere uw eden houden. |
Mattheus 5:34 | Maar Ik zeg u: Zweert ganselijk niet, noch bij den hemel, omdat hij is de troon Gods; |
Mattheus 5:35 | Noch bij de aarde, omdat zij is de voetbank Zijner voeten; noch bij Jeruzalem, omdat zij is de stad des groten Konings; |
Mattheus 5:36 | Noch bij uw hoofd zult gij zweren, omdat gij niet een haar kunt wit of zwart maken; |
Mattheus 5:38 | Gij hebt gehoord, dat gezegd is: Oog om oog, en tand om tand. |
Mattheus 5:43 | Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten. |
Mattheus 5:45 | Opdat gij moogt kinderen zijn uws Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. |
Mattheus 6:5 | En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben. |
Mattheus 6:7 | En als gij bidt, zo gebruikt geen ijdel verhaal van woorden, gelijk de heidenen; want zij menen, dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord worden. |
Mattheus 6:13 | En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid, amen. |
Mattheus 6:16 | En wanneer gij vast, toont geen droevig gezicht, gelijk de geveinsden; want zij mismaken hun aangezichten, opdat zij van de mensen mogen gezien worden, als zij vasten. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben. |
Mattheus 6:26 | Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt [nochtans] dezelve; gaat gij dezelve niet [zeer] veel te boven? |
Mattheus 6:29 | En Ik zeg u, dat ook Salomo, in al zijn heerlijkheid, niet is bekleed geweest, gelijk een van deze. |
Mattheus 6:32 | Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. |
Mattheus 7:13 | Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; |