G3754 ὅτι
dat, omdat

Bijbelteksten

Markus 4:41En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Markus 5:9En Hij vraagde hem: Welke is uw naam? En hij antwoordde, zeggende: Mijn naam is Legio; want wij zijn velen.
Markus 5:23En bad Hem zeer, zeggende: Mijn dochtertje is in haar uiterste; [ik bid U], dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven.
Markus 5:28Want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, zal ik gezond worden.
Markus 5:29En terstond is de fontein haars bloeds opgedroogd, en zij gevoelde aan haar lichaam, dat zij van die kwaal genezen was.
Markus 5:35Terwijl Hij nog sprak, kwamen [enigen] van [het huis] des oversten der synagoge, zeggende: Uw dochter is gestorven; wat zijt gij den Meester nog moeilijk?
Markus 6:4En Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd dan in zijn vaderland en onder [zijn] magen, en in zijn huis.
Markus 6:14En de koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden), en zeide: Johannes, die daar doopte, is van de doden opgewekt, en daarom werken die krachten in Hem.
Markus 6:15Anderen zeiden: Hij is Elias; en anderen zeiden: Hij is een profeet, of als een der profeten.
Markus 6:16Maar als het Herodes hoorde, zeide hij: Deze is Johannes, dien ik onthoofd heb; die is van de doden opgewekt.
Markus 6:17Want dezelve Herodes, [enigen] uitgezonden hebbende, had Johannes gevangen genomen, en hem in de gevangenis gebonden, uit oorzaak van Herodias, de huisvrouw van zijn broeder Filippus, omdat hij haar getrouwd had.
Markus 6:18Want Johannes zeide tot Herodes: Het is u niet geoorloofd de huisvrouw uws broeders te hebben.
Markus 6:23En hij zwoer haar: Zo wat gij van mij zult eisen, zal ik u geven, [ook] tot de helft mijns koninkrijks!
Markus 6:34En Jezus, uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming bewogen over hen; want zij waren als schapen, die geen herder hebben; en Hij begon hun vele dingen te leren.
Markus 6:35En als het nu laat op den dag geworden was, kwamen Zijn discipelen tot Hem, en zeiden: Deze plaats is woest, en het is nu laat op den dag;
Markus 6:55[En] het gehele omliggende land doorlopende, begonnen zij op beddekens degenen, die kwalijk gesteld waren, om te dragen, ter plaatse, waar zij hoorden dat Hij was.
Markus 7:6Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Wel heeft Jesaja, van u, geveinsden, geprofeteerd, gelijk geschreven is: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij.
Markus 7:18En Hij zeide tot hen: Zijt ook gij alzo onwetende? Verstaat gij niet, dat al wat van buiten in den mens ingaat, hem niet kan ontreinigen?
Markus 7:19Want het gaat niet in zijn hart, maar in den buik, en gaat in de heimelijkheid uit, reinigende al de spijzen.
Markus 7:20En Hij zeide: Hetgeen uitgaat uit den mens, dat ontreinigt den mens.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs