G3754 ὅτι
dat, omdat

Bijbelteksten

Hebreeen 8:10Want dit is het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik die inschrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn.
Hebreeen 8:11En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk zijn broeder, zeggende: Ken de Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot den grote onder hen.
Hebreeen 8:12Want Ik zal hun ongerechtigheden genadig zijn, en hun zonden en hun overtredingen zal Ik geenszins meer gedenken.
Hebreeen 10:8Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en [offer] voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden);
Hebreeen 11:6Maar zonder geloof is het onmogelijk [Gode] te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken.
Hebreeen 11:13Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften niet verkregen hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd, en omhelsd, en hebben beleden, dat zij gasten en vreemdelingen op de aarde waren.
Hebreeen 11:14Want die zulke dingen zeggen, betonen klaarlijk, dat zij een vaderland zoeken.
Hebreeen 11:18(Tot denwelke gezegd was: In Izak zal u het zaad genoemd worden) overleggende, dat God machtig was, [hem] ook uit de doden te verwekken;
Hebreeen 11:19Waaruit hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen heeft.
Hebreeen 12:17Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening willende beerven, verworpen werd; want hij vond geen plaats des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht.
Hebreeen 13:18Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen.
Jakobus 1:3Wetende, dat de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt.
Jakobus 1:7Want die mens mene niet, dat hij iets ontvangen zal van den Heere.
Jakobus 1:10En de rijke in zijn vernedering; want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan.
Jakobus 1:12Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de Heere beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben.
Jakobus 1:13Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.
Jakobus 1:23Want zo iemand een hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een man gelijk, welke zijn aangeboren aangezicht bemerkt in een spiegel;
Jakobus 2:19Gij gelooft, dat God een enig [God] is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen.
Jakobus 2:20Maar wilt gij weten, o ijdel mens, dat het geloof zonder de werken dood is?
Jakobus 2:22Ziet gij wel, dat het geloof mede gewrocht heeft met zijn werken, en het geloof volmaakt is geweest uit de werken?

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs