G3956 πᾶς
ieder, elk, alles, het geheel, alle dingen

Bijbelteksten

Mattheus 15:37En zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op, het overschot der brokken, zeven volle manden.
Mattheus 17:11Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Elias zal wel eerst komen, en alles weder oprichten.
Mattheus 18:10Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun engelen in de hemelen altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Mattheus 18:16Maar indien hij [u] niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord besta.
Mattheus 18:19Wederom zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen op de aarde, over enige zaak, die zij zouden mogen begeren, dat die hun zal geschieden van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Mattheus 18:25En als hij niet had, om te betalen, beval zijn heer, dat men hem zou verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en al wat hij had, en dat [de schuld] zou betaald worden.
Mattheus 18:26De dienstknecht dan, nedervallende, aanbad hem, zeggende: Heer! wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen.
Mattheus 18:31Als nu zijn mededienstknechten zagen, hetgeen geschied was, zijn zij zeer bedroefd geworden; en komende, verklaarden zij hunnen heer al wat er geschied was.
Mattheus 18:32Toen heeft hem zijn heer tot zich geroepen, en zeide tot hem: Gij boze dienstknecht, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, dewijl gij mij gebeden hebt;
Mattheus 18:34En zijn heer, vertoornd zijnde, leverde hem den pijnigers over, totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig was.
Mattheus 19:3En de Farizeen kwamen tot Hem, verzoekende Hem, en zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten, om allerlei oorzaak?
Mattheus 19:11Doch Hij zeide tot hen: Allen vatten dit woord niet, maar dien het gegeven is.
Mattheus 19:20De jongeling zeide tot Hem: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af; wat ontbreekt mij nog?
Mattheus 19:26En Jezus, [hen] aanziende, zeide tot hen: Bij de mensen is dat onmogelijk, maar bij God zijn alle dingen mogelijk.
Mattheus 19:27Toen antwoordde Petrus, en zeide tot Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd, wat zal ons dan geworden?
Mattheus 19:29En zo wie zal verlaten hebben, huizen, of broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of kinderen, of akkers, om Mijns Naams wil, die zal honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beërven.
Mattheus 21:10En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende: Wie is Deze?
Mattheus 21:12En Jezus ging in den tempel Gods, en dreef uit allen, die verkochten en kochten in den tempel, en keerde om de tafelen der wisselaars, en de zitstoelen dergenen, die de duiven verkochten.
Mattheus 21:22En al wat gij zult begeren in het gebed, gelovende, zult gij ontvangen.
Mattheus 21:26En indien wij zeggen: Uit de mensen, zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes voor een profeet.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs