G3956 πᾶς
ieder, elk, alles, het geheel, alle dingen

Bijbelteksten

Mattheus 24:47Voorwaar, Ik zeg u, dat hij hem zal zetten over al zijn goederen.
Mattheus 25:5Als nu de bruidegom vertoefde, werden zij allen sluimerig, en vielen in slaap.
Mattheus 25:7Toen stonden al die maagden op, en bereidden haar lampen.
Mattheus 25:29Want een iegelijk, die heeft, [dien] zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar van dengene, die niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
Mattheus 25:31En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid.
Mattheus 25:32En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt.
Mattheus 26:1En het is geschied, als Jezus al deze woorden geeindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen zeide:
Mattheus 26:27En Hij nam den drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun [dien], zeggende: Drinkt allen daaruit;
Mattheus 26:31Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in deze nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.
Mattheus 26:33Doch Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Al werden zij ook allen aan U geërgerd, ik zal nimmermeer geërgerd worden.
Mattheus 26:35Petrus zeide tot Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen! Desgelijks zeiden ook al de discipelen.
Mattheus 26:52Toen zeide Jezus tot hem: Keer uw zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan.
Mattheus 26:56Doch dit alles is geschied, opdat de Schriften der profeten zouden vervuld worden. Toen vluchtten al de discipelen, Hem verlatende.
Mattheus 26:70Maar hij loochende het voor allen, zeggende: Ik weet niet, wat gij zegt.
Mattheus 27:1Als het nu morgenstond geworden was, hebben al de overpriesters en de ouderlingen des volks te zamen raad genomen tegen Jezus, dat zij Hem doden zouden.
Mattheus 27:22Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen [met] Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden.
Mattheus 27:25En al het volk, antwoordende, zeide: Zijn bloed [kome] over ons, en over onze kinderen!
Mattheus 27:45En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.
Mattheus 28:18En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.
Mattheus 28:19Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken