Mattheus 22:12 | En zeide tot hem: Vriend! hoe zijt gij hier ingekomen, geen bruiloftskleed [aan] hebbende? En hij verstomde. |
Mattheus 22:34 | En de Farizeen, gehoord hebbende, dat Hij de Sadduceen den mond gestopt had, zijn te zamen bijeenvergaderd. |
Markus 1:25 | En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga uit van hem. |
Markus 4:39 | En Hij opgewekt zijnde, bestrafte den wind, en zeide tot de zee: Zwijg, wees stil. En de wind ging liggen, en er werd grote stilte. |
Lukas 4:35 | En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga van hem uit. En de duivel, hem in het midden geworpen hebbende, voer van hem uit, zonder hem iets te beschadigen. |
1 Corinthiers 9:9 | Want in de wet van Mozes is geschreven: Gij zult een dorsenden os niet muilbanden. Zorgt ook God voor de ossen? |
1 Timotheus 5:18 | Want de Schrift zegt: Een dorsenden os zult gij niet muilbanden; en: De arbeider is zijn loon waardig. |
1 Petrus 2:15 | Want alzo is het de wil van God, dat gij, weldoende, den mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen; |