H168 אֹהֶל
huis, hut, tentwoning, tabernakel, woning, tent
Exodus 40:2 | Op den dag der eerste maand, [teweten] op den eersten der maand, zult gij den tabernakel, de tent der samenkomst, oprichten. |
Exodus 40:6 | Gij zult ook het altaar des brandoffers zetten voor de deur van den tabernakel, van de tent der samenkomst. |
Exodus 40:7 | En gij zult het wasvat zetten tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en gij zult water daar[in] doen. |
Exodus 40:12 | Gij zult ook Aaron en zijn zonen doen naderen, tot de deur van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen. |
Exodus 40:19 | En hij spreidde de tent uit over den tabernakel, en hij zette het deksel der tent daar bovenop, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. |
Exodus 40:22 | Hij zette ook de tafel in de tent der samenkomst, aan de zijde des tabernakels tegen het noorden, buiten den voorhang. |
Exodus 40:24 | Hij zette ook den kandelaar in de tent der samenkomst, recht over de tafel, aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts. |
Exodus 40:26 | En hij zette het gouden altaar in de tent der samenkomst, voor den voorhang. |
Exodus 40:29 | En hij zette het altaar des brandoffers aan de deur des tabernakels, van de tent der samenkomst; en hij offerde daarop brandoffer, en spijsoffer, gelijk de HEERE aan Mozes geboden had. |
Exodus 40:30 | Hij zette ook het wasvat tussen de tent der samenkomst, en tussen het altaar; en hij deed water daarin om te wassen. |
Exodus 40:32 | Als zij ingingen tot de tent der samenkomst, en als zij tot het altaar naderden, zo wiesen zij zich, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had. |
Exodus 40:34 | Toen bedekte de wolk de tent der samenkomst; en de heerlijkheid des HEEREN vervulde den tabernakel. |
Exodus 40:35 | Zodat Mozes niet kon ingaan in de tent der samenkomst, dewijl de wolk daarop bleef, en de heerlijkheid des HEEREN den tabernakel vervulde. |
Leviticus 1:1 | En de HEERE riep Mozes, en sprak tot hem uit de tent der samenkomst, zeggende: |
Leviticus 1:3 | Indien zijn offerande een brandoffer van runderen is, zo zal hij een volkomen mannetje offeren; aan de deur van de tent der samenkomst zal hij dat offeren, naar zijn welgevallen, voor het aangezicht des HEEREN. |
Leviticus 1:5 | Daarna zal hij het jonge rund slachten voor het aangezicht des HEEREN; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen het bloed offeren, en het bloed sprengen rondom dat altaar, hetwelk voor de deur van de tent der samenkomst is. |
Leviticus 3:2 | En hij zal zijn hand op het hoofd zijner offerande leggen, en zal ze slachten voor de deur van de tent der samenkomst; en de zonen van Aaron, de priesters, zullen het bloed rondom op het altaar sprengen. |
Leviticus 3:8 | En hij zal zijn hand op het hoofd zijner offerande leggen, en hij zal die slachten voor de tent der samenkomst; en de zonen van Aaron zullen het bloed daarvan sprengen op het altaar rondom. |
Leviticus 3:13 | En hij zal zijn hand op haar hoofd leggen, en hij zal haar slachten voor de tent der samenkomst; en de zonen van Aaron zullen haar bloed op het altaar sprengen rondom. |
Leviticus 4:4 | En hij zal dien var brengen tot de deur van de tent der samenkomst, voor het aangezicht des HEEREN; en hij zal zijn hand op het hoofd van dien var leggen, en hij zal dien var slachten voor het aangezicht des HEEREN. |