H637 אַף
hoeveel, immers, hierenboven, ook, ja, hoeveel te min, hoeveel te meer, maar, zeker
Nehemia 13:15 | In dezelfde dagen zag ik in Juda, die persen traden op den sabbat, en die garven inbrachten, die zij op ezels laadden; als ook wijn, druiven en vijgen, en allen last, dien zij te Jeruzalem inbrachten op den sabbatdag; en ik betuigde [tegen hen] ten dage, als zij eetwaren verkochten. |
Esther 5:12 | Verder zeide Haman: Ook heeft de koningin Esther niemand met den koning doen komen tot den maaltijd, dien zij bereid heeft, dan mij; en ik ben ook tegen morgen van haar met den koning genodigd. |
Job 4:19 | Hoeveel te min [op] degenen, die lemen huizen bewonen, welker grondslag in het stof is? Zij worden verbrijzeld voor de motten. |
Job 6:27 | Ook werpt gij u op een wees; en gij graaft tegen uw vriend. |
Job 9:14 | Hoeveel te min zal ik Hem antwoorden, [en] mijn woorden uitkiezen tegen Hem? |
Job 14:3 | Nog doet Gij Uw ogen over zulk een open; en Gij betrekt mij in het gericht met U. |
Job 15:4 | Ja, gij vernietigt de vreze, en neemt het gebed voor het aangezicht Gods weg. |
Job 15:16 | Hoeveel te meer is een man gruwelijk en stinkende, die het onrecht indrinkt als water? |
Job 19:4 | Maar ook het zij waarlijk, dat ik gedwaald heb, mijn dwaling zal bij mij vernachten. |
Job 25:6 | Hoeveel te min de mens, [die] een made is, en des mensen kind, [die] een worm is! |
Job 32:10 | Daarom zeg ik: Hoor naar mij; ik zal mijn gevoelen ook vertonen. |
Job 32:17 | Ik zal mijn deel ook antwoorden, ik zal mijn gevoelen ook vertonen. |
Job 34:12 | Ook waarlijk, God handelt niet goddelooslijk, en de Almachtige verkeert het recht niet. |
Job 34:17 | Zou hij ook, die het recht haat, [den gewonde] verbinden, en zoudt gij den zeer Rechtvaardige verdoemen? |
Job 35:14 | Dat gij ook gezegd hebt: Gij zult Hem niet aanschouwen; er is [nochtans] gericht voor Zijn aangezicht, wacht gij dan op Hem. |
Job 36:16 | Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben van den mond des angstes [tot] de ruimte, onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn. |
Job 36:29 | Kan men ook verstaan de uitbreidingen der wolken, [en] de krakingen Zijner hutte? |
Job 36:33 | Daarvan verkondigt Zijn geklater, [en] het vee; ook van den opgaanden [damp]. |
Job 37:1 | Ook beeft hierover mijn hart, en springt op uit zijn plaats. |
Job 37:11 | Ook vermoeit Hij de dikke wolken [door] klaarheid; Hij verstrooit de wolk Zijns lichts. |