H2416 חַי
dieren, gedierte, dier(en), leven (ww), leven (zn), levend
Jesaja 35:9 | Er zal geen leeuw zijn, en geen verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden; maar de verlosten zullen [daarop] wandelen. |
Jesaja 37:4 | Misschien zal de HEERE, uw God, horen de woorden van Rabsake, denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God te honen, en te schelden met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft; hef dan een gebed op voor het overblijfsel, dat gevonden wordt. |
Jesaja 37:17 | O HEERE! neig Uw oor en hoor, HEERE! doe Uw ogen open, en zie; en hoor al de woorden van Sanherib, die gezonden heeft om den levenden God te honen. |
Jesaja 38:11 | Ik zeide: Ik zal den HEERE niet [meer] zien, den HEERE, in het land der levenden; ik zal de mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld. |
Jesaja 38:12 | Mijn levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens herders hut; ik heb mijn leven afgesneden, gelijk een wever [zijn web]; Hij zal mij afsnijden, [als] van den drom; van den dag tot den nacht zult Gij mij ten einde gebracht hebben. |
Jesaja 38:16 | Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen. |
Jesaja 38:19 | De levende, de levende, die zal U loven, gelijk ik heden [doe]; de vader zal den kinderen Uw waarheid bekend maken. |
Jesaja 38:20 | De HEERE was [gereed] om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN. |
Jesaja 40:16 | En de Libanon is niet genoegzaam om te branden, en zijn gedierte is niet genoegzaam ten brandoffer. |
Jesaja 43:20 | Het gedierte des velds zal Mij eren, de draken en de jonge struisen; want Ik zal in de woestijn wateren geven, [en] rivieren in de wildernis, om Mijn volk, Mijn uitverkorenen drinken te geven. |
Jesaja 46:1 | Bel is gekromd, Nebo wordt nedergebogen, hun afgoden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen pakken zijn een last voor de vermoeide [beesten]. |
Jesaja 49:18 | Hef uw ogen op rondom, en zie, alle deze vergaderen zich, zij komen tot u; [Zo waarachtig als] Ik leef, spreekt de HEERE, zekerlijk, gij zult u met alle dezen als met een sieraad bekleden, en gij zult ze [u] aanbinden, gelijk een bruid. |
Jesaja 53:8 | Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding Mijns volks is de plage op Hem geweest. |
Jesaja 56:9 | Al gij gedierten des velds, komt om te eten, [ja,] al gij gedierten in het woud! |
Jesaja 57:10 | Gij zijt vermoeid door uw grote reis, [maar] gij zegt niet: Het is buiten hoop; gij hebt het leven uwer hand gevonden, daarom wordt gij niet ziek. |
Jeremia 2:13 | Want Mijn volk heeft twee boosheden begaan; Mij, den Springader des levenden waters, hebben zij verlaten, om zichzelven bakken uit te houwen, gebroken bakken, die geen water houden. |
Jeremia 4:2 | Maar zweer: [Zo waarachtig als] de HEERE leeft! in waarheid, in recht en in gerechtigheid; zo zullen zich de heidenen in Hem zegenen, en zich in Hem beroemen. |
Jeremia 5:2 | En of zij al zeggen: [Zo waarachtig als] de HEERE leeft! zo zweren zij toch valselijk. |
Jeremia 8:3 | En de dood zal voor het leven verkoren worden, bij het ganse overblijfsel der overgeblevenen uit dit boze geslacht, in al de plaatsen der overgeblevenen, waar Ik hen henengedreven zal hebben, spreekt de HEERE der heirscharen. |
Jeremia 10:10 | Maar de HEERE God is de Waarheid, Hij is de levende God, en een eeuwig Koning; van Zijn verbolgenheid beeft de aarde, en de heidenen kunnen Zijn gramschap niet verdragen. |