H3956 לָשׁוֹן
tong, staaf, taal, zeeboezem, tongval, spraak, allerwelsprekendesten [bezweerder]
Psalm 140:4 | Zij scherpen hun tong, als een slang; heet addervergift is onder hun lippen. Sela. |
Psalm 140:12 | Een man van [kwade] tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos man des gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is. |
Spreuken 6:17 | Hoge ogen, een valse tong, en handen, die onschuldig bloed vergieten; |
Spreuken 6:24 | Om u te bewaren voor de kwade vrouw, voor het gevlei der vreemde tong. |
Spreuken 10:20 | De tong des rechtvaardigen is uitgelezen zilver; het hart der goddelozen is weinig [waard]. |
Spreuken 10:31 | De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden. |
Spreuken 12:18 | Daar is een, die [woorden] als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn. |
Spreuken 12:19 | Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is [maar] voor een ogenblik. |
Spreuken 15:2 | De tong der wijzen maakt de wetenschap goed; maar de mond der zotten stort overvloediglijk dwaasheid uit. |
Spreuken 15:4 | De medicijn der tong is een boom des levens; maar de verkeerdheid in dezelve is een breuk in den geest. |
Spreuken 16:1 | De mens heeft schikkingen des harten; maar het antwoord der tong is van den HEERE. |
Spreuken 17:4 | De boosdoener merkt op de ongerechtige lip; een leugenaar neigt het oor tot de verkeerde tong. |
Spreuken 17:20 | Wie verdraaid is van hart, zal het goede niet vinden; en die verkeerd is met zijn tong, zal in het kwaad vallen. |
Spreuken 18:21 | Dood en leven zijn in het geweld der tong; en een ieder, die ze liefheeft, zal haar vrucht eten. |
Spreuken 21:6 | Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken. |
Spreuken 21:23 | Die zijn mond en zijn tong bewaart, bewaart zijn ziel van benauwdheden. |
Spreuken 25:15 | Een overste wordt door lankmoedigheid overreed; en een zachte tong breekt het gebeente. |
Spreuken 25:23 | De noordenwind verdrijft den regen, en een vergramd aangezicht de verborgen tong. |
Spreuken 26:28 | Een valse tong haat degenen, die zij verbrijzelt; en een gladde mond maakt omstoting. |
Spreuken 28:23 | Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit. |