Psalm 26:3 | Want Uw goedertierenheid is voor mijn ogen, en ik wandel in Uw waarheid. |
Psalm 31:20 | O, hoe groot is Uw goed, dat Gij weggelegd hebt voor degenen, die U vrezen; [dat] Gij gewrocht hebt voor degenen, die op U betrouwen, in de tegenwoordigheid der mensenkinderen! |
Psalm 31:23 | Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep. |
Psalm 36:2 | De overtreding des goddelozen spreekt in het binnenste van mijn hart: Er is geen vreze Gods voor zijn ogen. |
Psalm 38:10 | HEERE! voor U is al mijn begeerte; en mijn zuchten is voor U niet verborgen. |
Psalm 38:12 | Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre. |
Psalm 38:18 | Want ik ben tot hinken gereed, en mijn smart is steeds voor mij. |
Psalm 39:2 | Ik zeide: Ik zal mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige met mijn tong; ik zal mijn mond met een breidel bewaren, terwijl de goddeloze nog tegenover mij is. |
Psalm 39:6 | Zie, Gij hebt mijn dagen een handbreed gesteld, en mijn leeftijd is als niets voor U; immers is een ieder mens, [hoe] vast hij staat, enkel ijdelheid. Sela. |
Psalm 44:16 | Mijn schande is den gansen dag voor mij, en de schaamte mijns aangezichts bedekt mij; |
Psalm 50:8 | Om uw offeranden zal Ik u niet straffen, want uw brandofferen zijn steeds voor Mij. |
Psalm 51:5 | Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. |
Psalm 52:11 | Ik zal U loven in eeuwigheid, omdat Gij het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam verwachten; want hij is goed voor Uw gunstgenoten. |
Psalm 54:5 | Want vreemden staan tegen mij op, en tirannen zoeken mijn ziel; zij stellen God niet voor hun ogen. Sela. |
Psalm 69:20 | Gij weet mijn versmaadheid, en mijn schaamte, en mijn schande; al mijn benauwers zijn voor U. |
Psalm 78:12 | Voor hun vaderen had Hij wonder gedaan, in Egypteland, [in] het veld van Zoan. |
Psalm 86:14 | O God! de hovaardigen staan tegen mij op, en de vergaderingen der tirannen zoeken mijn ziel; en zij stellen U niet voor hun ogen. |
Psalm 88:2 | O HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor U. |
Psalm 89:37 | Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon. |
Psalm 90:8 | Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke [zonden] in het licht Uws aanschijns. |