H6662 צַדִּיק
rechtmatig, rechtvaardige, rechtvaardig

Bijbelteksten

Spreuken 13:25De rechtvaardige eet tot verzadiging zijner ziel toe; maar de buik der goddelozen zal gebrek hebben.
Spreuken 14:19De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen.
Spreuken 14:32De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt [zelfs] in zijn dood.
Spreuken 15:6[In] het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte.
Spreuken 15:28Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten.
Spreuken 15:29De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren.
Spreuken 17:15Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden.
Spreuken 17:26Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen [iemand] slaan zouden om hetgeen recht is.
Spreuken 18:5Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen.
Spreuken 18:10De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden.
Spreuken 18:17Die de eerste is in zijn twistzaak, [schijnt] rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.
Spreuken 20:7De rechtvaardige wandelt steeds in zijn oprechtheid; welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem.
Spreuken 21:12De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als [God] de goddelozen in het kwaad stort.
Spreuken 21:15Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking.
Spreuken 21:18De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten.
Spreuken 21:26Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden.
Spreuken 23:24De vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en die een wijzen [zoon] gewint, zal zich over hem verblijden.
Spreuken 24:15Loer niet, o goddeloze! op de woning des rechtvaardigen; verwoest zijn legerplaats niet.
Spreuken 24:16Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen.
Spreuken 24:24Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin