Spreuken 13:25 | De rechtvaardige eet tot verzadiging zijner ziel toe; maar de buik der goddelozen zal gebrek hebben. |
Spreuken 14:19 | De kwaden buigen voor het aangezicht der goeden neder, en de goddelozen voor de poorten des rechtvaardigen. |
Spreuken 14:32 | De goddeloze zal heengedreven worden in zijn kwaad; maar de rechtvaardige betrouwt [zelfs] in zijn dood. |
Spreuken 15:6 | [In] het huis des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen inkomst is beroerte. |
Spreuken 15:28 | Het hart des rechtvaardigen bedenkt zich, om te antwoorden; maar de mond der goddelozen zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. |
Spreuken 15:29 | De HEERE is ver van de goddelozen; maar het gebed der rechtvaardigen zal Hij verhoren. |
Spreuken 17:15 | Wie den goddeloze rechtvaardigt, en den rechtvaardige verdoemt, zijn den HEERE een gruwel, ja, die beiden. |
Spreuken 17:26 | Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen [iemand] slaan zouden om hetgeen recht is. |
Spreuken 18:5 | Het is niet goed, het aangezicht des goddelozen aan te nemen, om den rechtvaardige in het gericht te buigen. |
Spreuken 18:10 | De Naam des HEEREN is een Sterke Toren; de rechtvaardige zal daarhenen lopen, en in een Hoog Vertrek gesteld worden. |
Spreuken 18:17 | Die de eerste is in zijn twistzaak, [schijnt] rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem. |
Spreuken 20:7 | De rechtvaardige wandelt steeds in zijn oprechtheid; welgelukzalig zijn zijn kinderen na hem. |
Spreuken 21:12 | De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als [God] de goddelozen in het kwaad stort. |
Spreuken 21:15 | Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking. |
Spreuken 21:18 | De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten. |
Spreuken 21:26 | Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden. |
Spreuken 23:24 | De vader des rechtvaardigen zal zich zeer verheugen; en die een wijzen [zoon] gewint, zal zich over hem verblijden. |
Spreuken 24:15 | Loer niet, o goddeloze! op de woning des rechtvaardigen; verwoest zijn legerplaats niet. |
Spreuken 24:16 | Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen. |
Spreuken 24:24 | Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn. |