Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
zn van פש H06580; TWOT - 1848; zelfde als פשתה H06594
Voorkomend in de LXX als: λινονG3043 "linnen kleding"; οθονιονG3608 "linnen, verbandlinnen".
Het woord vlas פִּשְׁתֶּה komt van de in de Bijbel niet voorkomende stam פָּשַׁת en is te vergelijken met het Arabische فَشَّ "door elkaar schudden", waarmee ook katoen wordt aangeduid. Soms wordt in plaats van pesheth en pishtah het Akkadische kitû,1 het Foenicische kittan en het Arabische kettan gebruikt, waarmee zowel "vlas" als "katoen" wordt aangeduid. פִּשְׁתֶּה [in Thes פֵּשֶׁת] komt met suffix פִּשְׁתִּי voor in Hosea 2: 7, 11 ; en פִּשְׁתָּה mv. פִּשְׁתִּים vr. in Jes. 19:9. In het enkelvoud komt vlas voor in Ex. 9:31; in het meervoud in Lev. 13:47; Deut. 22:11; Jes. 19:9; Jer. 13:1. פִּשְׁתֵּי הָעֵץ Joz. 2: 6, vlasstoppelen, Katoen, (zowel vlas als katoen worden in het Syrisch en Arabisch met het zelfde woord aangeduid, ىُتُنُ); maar wordt in de LXX., Vulg., Syr. vertaald met vlasstoppelen. Het woord פִּשְׁתָה כֵהָה in Jes. 42:3; 43:17 is een "kwijnende vlaspit", waarbij Foster2 denkt dat פִּשְׁתֶּה een Egyptisch leenwoord is, van ϢΕΑΤΣΙ, lett. "een draad plant", met de toevoeging pi.
In het modern Hebreeuws פִּשְׁתָּה תַּרְבּוּתִית
1 Heise, John, Akkadisch vocabularium, p. 108
2 Foster, De Bysso Antiqu., p. 63
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!