Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
H7620_ שָׁבוּעַ
zeven, week
Taal: Hebreeuws
Onderwerpen
Shavoe’ot (Feest), wekenfeest, Week, Zeven (getal),
Statistieken
Komt 20x voor in 9 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
šābûaʿ, zn. mnl., TWOT 2318d; van שֶׁבַע H7651, cf. Aram. שְׁבוּעֲתָא, Arab. usbū‘ (E. Klein, p. 635).
1) week, periode van zeven dagen (Gen. 29:27-28; Lev. 12:5; Deut. 16:9; Jer. 5:24; etc.); 2) שָׁבוּעוֹת wekenfeest, het mv. van שָׁבוּעַ (Ex. 34:22; Deut. 16:10, 16; 2 Kron. 8:13; E. Klein, p. 635); 3) een hebdomad (groep van zeven) van jaren (Dan. 9:24ev.); 4) Ivriet שְׁבוּעוֹן wekelijks (v.e. publicatie), samenvoeging van שָׁבוּעַ "week" met suff. ◌וֹן naar analogie van עִתּוֹן "krant, tijdschrift".
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
שָׁבוּעַ n.m. period of seven (days, years), heptad, week
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H7620 שָׁבוּעַ shâbûwaʻ; or שָׁבֻעַ; also (feminine) שְׁבֻעָה; properly, passive participle of 7650 as a denominative of 7651; literally, sevened, i.e. a week (specifically, of years) — seven, week.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws שָׁבַע H7650 "zweren, eed afleggen"; Hebreeuws שֶׁבַע H7651 "zeven";
Literatuur
- Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], p. 366,
- H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], ,
- R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, (TWOT), [2003], 2318d,
- Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 635,
Mede mogelijk dankzij