Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
H7716_ שֶׂה
lam
Taal: Hebreeuws
Onderwerpen
Lam, lammetje,
Statistieken
Komt 47x voor in 12 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
śê, zn. mnl.; TWOT 2237; mogelijk afgeleid van שָׁאָה H7582 (BDB, Gesenius); Gerelateerd aan Phoen. ש, Ugar. sh "schaap, kleinvee", Arab. shā’ "schaap, ooi", Akkad. shu’u "lam", Egypt. s’, s’w, Laag Egypt. esōw, Boven Egypt. esow, Middel Egypt. esaw "schaap" (E. Klein, p. 642), Assyr. šuju (BDB), Hebr. זֶה H2089 (BDB).
1) lam, lammetje (J. Pimentel, p. 416) van een schaap of geit, jong kleinvee (P. Broers, p. 357); 2) Ivr. zn. vrl. שֵׂיָה (van שָׂה met suff. ◌ָה) vrouwelijk lam (E. Klein, p. 642), zn. vrl. שָׂה (Jer. 50:17);
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
שֶׂה n.m. and (less oft.) f. one of a flock, sheep (or goat
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H7716 שֶׂה seh; or שֵׂי; probably from 7582 through the idea of pushing out to graze; a member of a flock, i.e. a sheep or goat — (lesser, small) cattle, ewe, goat, lamb, sheep. Compare 2089.
Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws זֶה H2089 "schaap"; Hebreeuws שָׁאָה H7582 "rushing, lay waste, desolate, waste";
Literatuur
Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], p. 357,
H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], ,
R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, (TWOT), [2003], 2237,
Jitschak Pimentel, Woordenboek Hebreeuws-Nederlands, , [1994], p. 416,
Mede mogelijk dankzij