Psalm 38:4 | Er is niets geheels in mijn vlees, vanwege Uw gramschap; er is geen vrede in mijn beenderen, vanwege mijn zonde. |
Psalm 41:10 | Zelfs de man mijns vredes, op welken ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft de verzenen tegen mij grotelijks verheven. |
Psalm 55:19 | Hij heeft mijn ziel in vrede verlost van den strijd tegen mij; want met menigte zijn zij tegen mij geweest. |
Psalm 55:21 | Hij slaat zijn handen aan degenen, die vrede met Hem hadden; hij ontheiligt Zijn verbond. |
Psalm 72:3 | De bergen zullen den volke vrede dragen, ook de heuvelen, met gerechtigheid. |
Psalm 72:7 | In zijn dagen zal de rechtvaardige bloeien, en de veelheid van vrede, totdat de maan niet meer zij. |
Psalm 73:3 | Want ik was nijdig op de dwazen, ziende der goddelozen vrede. |
Psalm 85:9 | Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal; want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstgenoten van vrede spreken; maar dat zij niet weder tot dwaasheid keren. |
Psalm 85:11 | De goedertierenheid en waarheid zullen elkander ontmoeten; de gerechtigheid en vrede zullen [elkander] kussen. |
Psalm 119:165 | Die Uw wet beminnen, hebben groten vrede, en zij hebben geen aanstoot. |
Psalm 120:6 | Mijn ziel heeft lang gewoond bij degenen, die den vrede haten. |
Psalm 122:6 | Bidt om den vrede van Jeruzalem; wel moeten zij varen, die u beminnen. |
Psalm 122:8 | Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken, vrede zij in u! |
Psalm 125:5 | Maar die zich neigen [tot] hun kromme wegen, die zal de HEERE weg doen gaan met de werkers der ongerechtigheid. Vrede zal over Israel zijn! |
Psalm 128:6 | En gij zult uw kindskinderen zien. Vrede over Israel! |
Psalm 147:14 | Die uw landpalen [in] vrede stelt; Hij verzadigt u met het vette der tarwe. |
Spreuken 3:2 | Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen. |
Spreuken 3:17 | Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede. |
Spreuken 12:20 | Bedrog is in het hart dergenen, die kwaad smeden; maar degenen die vrede raden, hebben blijdschap. |
Prediker 3:8 | Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede. |