Vrede

Bijbelteksten

Efeziers 2:17En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en dien, die nabij waren.
Efeziers 4:3U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door den band des vredes.
Efeziers 6:15En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes;
Filippenzen 1:2Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
Filippenzen 4:7En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.
Filippenzen 4:9Hetgeen gij ook geleerd, en ontvangen, en gehoord, en in mij gezien hebt, doet dat; en de God des vredes zal met u zijn.
Colossenzen 1:2Den heiligen en gelovigen broederen in Christus, die te Kolosse zijn: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
Colossenzen 1:20En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, [zeg ik], alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.
Colossenzen 3:15En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar.
1 Thessalonicensen 1:1Paulus, en Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, [welke is] in God den Vader, en den Heere Jezus Christus: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
1 Thessalonicensen 5:3Want wanneer zij zullen zeggen: Het is vrede, en zonder gevaar; dan zal een haastig verderf hun overkomen, gelijk de barensnood een bevruchte [vrouw]; en zij zullen het geenszins ontvlieden;
1 Thessalonicensen 5:23En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.
2 Thessalonicensen 1:2Genade zij u, en vrede, van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
2 Thessalonicensen 3:16De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze. De Heere zij met u allen.
1 Timotheus 1:2Aan Timotheus, [mijn] oprechten zoon in het geloof; genade, barmhartigheid, vrede zij u van God, onzen Vader, en Christus Jezus, onzen Heere.
2 Timotheus 1:2Aan Timotheus, [mijn] geliefden zoon: genade, barmhartigheid, vrede zij [u] van God den Vader, en Christus Jezus, onzen Heere.
2 Timotheus 2:22Maar vlied de begeerlijkheden der jonkheid; en jaag naar rechtvaardigheid, geloof, liefde, vrede, met degenen, die den Heere aanroepen uit een rein hart.
Titus 1:4Genade, barmhartigheid, vrede zij [u] van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, onzen Zaligmaker.
Filemon 1:3Genade zij ulieden en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
Hebreeen 7:2Aan welken ook Abraham van alles de tienden deelde; die vooreerst overgezet wordt, koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een koning des vredes;

StudieboekenStudieboeken