Woord van God

Bijbelteksten

Ezechiel 34:2Mensenkind! profeteer tegen de herders van Israel; profeteer en zeg tot hen, tot de herders: Alzo zegt de Heere HEERE: Wee den herderen Israels, die zichzelven weiden! zullen niet de herders de schapen weiden?
Ezechiel 34:7Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord!
Ezechiel 34:9Daarom, gij herders! hoort des HEEREN woord!
Ezechiel 34:10Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik [wil] aan de herders, en zal Mijn schapen van hun hand eisen, en zal ze van het weiden der schapen doen ophouden, zodat de herders zichzelven niet meer zullen weiden; en Ik zal Mijn schapen uit hun mond rukken, zodat zij hun niet [meer] tot spijze zullen zijn.
Ezechiel 35:1Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
Ezechiel 35:3En zeg tot hetzelve: Alzo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik [wil] aan u, o gebergte Seir! en Ik zal Mijn hand tegen u uitstrekken, en zal u stellen [tot] een verwoesting en een schrik.
Ezechiel 35:14Alzo zegt de Heere HEERE: Gelijk het ganse land verblijd is, [alzo] zal Ik u de verwoesting aandoen.
Ezechiel 36:1En gij, mensenkind! profeteer tot de bergen Israels, en zeg: Gij bergen Israels! hoort des HEEREN woord.
Ezechiel 36:2Alzo zegt de Heere HEERE: Omdat de vijand van u zegt: Heah! zelfs de eeuwige hoogten zijn ons ten erve geworden!
Ezechiel 36:16Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
Ezechiel 36:33Alzo zegt de Heere HEERE: Ten dage, als Ik u reinigen zal van al uw ongerechtigheden, dan zal Ik de steden doen bewonen, en de eenzame plaatsen zullen bebouwd worden.
Ezechiel 36:37Alzo zegt de Heere HEERE: Daarenboven zal Ik hierom van het huis Israels verzocht worden, dat Ik het hun doe; Ik zal ze vermenigvuldigen van mensen, als schapen.
Ezechiel 37:4Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord.
Ezechiel 37:5Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden.
Ezechiel 37:15Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
Ezechiel 37:19Zo spreek tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn metgezellen, nemen, en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot een enig hout; en zij zullen een worden in Mijn hand.
Ezechiel 38:1Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
Ezechiel 38:10Alzo zegt de Heere HEERE: Te dien dage zal het ook geschieden, dat er raadslagen in uw hart zullen opkomen, en gij zult een kwade gedachte denken,
Ezechiel 44:9Alzo zegt de Heere HEERE: Geen vreemde, onbesneden van hart, en onbesneden van vlees, zal in Mijn heiligdom ingaan, van enigen vreemde, die in het midden der kinderen Israels is.
Ezechiel 45:9Alzo zegt de Heere HEERE: Het is te veel voor u, gij vorsten Israels! doet geweld en verstoring weg, en doet recht en gerechtigheid; neemt uw uitstortingen op van Mijn volk, spreekt de Heere HEERE.

BoekenBoeken