Een geslachtsregister of een genealogie die de mannelijke afstammelingen aangeeft van een echtpaar. Wanneer het ook alle afstammelingen in vrouwelijke lijn vermeldt, spreekt men van een parenteel.
Het tweede geslachtsregister in de Bijbel vinden we in Genesis 5
Persoon | Leeftijd | Bijbeltekst | Betekenis naam |
Adam | 930 | Gen. 5:5 | “mens” (lett. “aarde”) |
Seth | 912 | Gen. 5:8 | “teruggave, vergoeding, restitutie”; Dasberg “de in de plaats gestelde” |
Enos | 905 | Gen. 5:11 | “man, mens” |
Kenan | 910 | Gen. 5:14 | “bezit” |
Mahalal-el | 895 | Gen. 5:17 | “(het) prijzen van God” |
Jered | 962 | Gen. 5:20 | “afkomst” lett. “afgaan, neerdalen” |
Henoch | 365 | Gen. 5:23 | “inleiding” |
Methusalach | 969 | Gen. 5:27 | “man van de pijl” |
Lamech | 777 | Gen. 5:31 | “sterke (jonge) man” |
Noach | 950 | Gen. 9:29 | “rusten” |
In het Nieuwe Testament vinden we alleen geslachtsregisters terug van Jezus Christus in Mattheüs en in Lukas. Er zijn echter grote verschillen, in Lukas 3, vanaf vers 23 staat een namenlijst over het geslachtsregister van Jezus en daarin staat dat Jozef de zoon was van Eli. Mat. 1 gaat hier ook over, echter...dáár staat in vers 16 dat Jozef de zoon was van Jákob...? Hoe kan dit?
Er zijn verschillende antwoorden mogelijk: 1) Volgens de theorie van Annius van Viterbo (15de eeuw) geeft Mattheüs het geslachtsregister van Jozef weer: de lijn van de vader voor de wet, dus de juridische lijn. Lukas daarentegen brengt Jezus' natuurlijke afstamming van Maria naar voren. Jozef wordt bij hem dan opgevat als de schoonzoon van Eli. 2) Anderen verklaren het verschil door de mozaïsche wet omtrent het zwagerhuwelijk als uitgangspunt te nemen. Dit vinden we reeds bij Africanus (Eusebius, Kerkgeschiedenis, I,7). Jozef was biologisch gezien de zoon van Jakob, maar werd op grond van het leviraatsrecht (zie Deut. 25 :5-10) beschouwd als de zoon van Jakobs halfbroer Eli, omdat deze kinderloos overleden zou zijn. 3) A. Hervey (19deeeuw) stelt nog een andere verklaring voor: Matteüs geeft vanaf David de lijn van erfgenamen voor de troon weer, terwijl Lukas de werkelijke nakomelingen van David geeft in de familietak, waartoe Jozef behoorde. Hij neemt dan vervolgens aan, dat Jozef, de lijfelijke zoon van Eli (Lukas), werd gerekend als erfgenaam (voor de troon) van de kinderloze Jakob (Matteüs).
Wij kunnen niet met zekerheid weten welke verklaring de juiste is. Het is wel opmerkelijk, dat niemand van de tegenstanders van het christendom in de eerste eeuwen in deze beide geslachtsregisters iets onjuist of met elkaar in tegenspraak vond.