G1722 ἐν
in, door, met

Bijbelteksten

Mattheus 24:16Dat alsdan, die in Judea zijn, vlieden op de bergen;
Mattheus 24:18En die op den akker is, kere niet weder terug, om zijn klederen weg te nemen.
Mattheus 24:19Maar wee de bevruchten, en den zogenden [vrouwen] in die dagen!
Mattheus 24:26Zo zij dan tot u zullen zeggen: Ziet, hij is in de woestijn; gaat niet uit; Ziet, [hij is] in de binnenkameren; gelooft het niet.
Mattheus 24:30En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
Mattheus 24:38Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging;
Mattheus 24:40Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.
Mattheus 24:41Er zullen twee [vrouwen] malen in den molen, de ene zal aangenomen, en de andere zal verlaten worden.
Mattheus 24:45Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht, denwelken zijn heer over zijn dienstboden gesteld heeft, om hunlieder [hun] voedsel te geven ter rechter tijd?
Mattheus 24:48Maar zo die kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft te komen;
Mattheus 24:50Zo zal de heer van dezen dienstknecht komen ten dage, in welken hij [hem] niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet;
Mattheus 25:4Maar de wijzen namen olie in haar vaten, met haar lampen.
Mattheus 25:13Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke de Zoon des mensen komen zal.
Mattheus 25:16Die nu de vijf talenten ontvangen had, ging heen, en handelde daarmede, en won andere vijf talenten.
Mattheus 25:18Maar die het ene ontvangen had, ging heen en groef in de aarde, en verborg het geld zijns heren.
Mattheus 25:25En bevreesd zijnde, ben ik heengegaan, en heb uw talent verborgen in de aarde; zie, gij hebt het uwe.
Mattheus 25:31En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid.
Mattheus 25:36[Ik was] naakt, en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest, en gij hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis, en gij zijt tot Mij gekomen.
Mattheus 25:39En wanneer hebben wij U krank gezien, of in de gevangenis, en zijn tot U gekomen?
Mattheus 25:43Ik was een vreemdeling; en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt, en gij hebt Mij niet gekleed; krank, en in de gevangenis, en gij hebt Mij niet bezocht.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin