G3956 πᾶς
ieder, elk, alles, het geheel, alle dingen
1 Thessalonicensen 3:12 | En de Heere vermeerdere u, en make [u] overvloedig in de liefde jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens u; |
1 Thessalonicensen 3:13 | Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking, voor onzen God en Vader, in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen. |
1 Thessalonicensen 4:6 | Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in [zijn] handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben. |
1 Thessalonicensen 4:10 | Want gij doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in geheel Macedonie zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt; |
1 Thessalonicensen 5:5 | Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis. |
1 Thessalonicensen 5:14 | En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen. |
1 Thessalonicensen 5:15 | Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen. |
1 Thessalonicensen 5:18 | Dankt [God] in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. |
1 Thessalonicensen 5:21 | Beproeft alle dingen; behoudt het goede. |
1 Thessalonicensen 5:22 | Onthoudt u van allen schijn des kwaads. |
1 Thessalonicensen 5:26 | Groet al de broeders met een heiligen kus. |
1 Thessalonicensen 5:27 | Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen worde. |
2 Thessalonicensen 1:3 | Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, gelijk billijk is, omdat uw geloof zeer wast, en [dat] de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig wordt; |
2 Thessalonicensen 1:4 | Alzo dat wij zelven van u roemen in de Gemeenten Gods, over uw lijdzaamheid en geloof in al uw vervolgingen en verdrukkingen, die gij verdraagt; |
2 Thessalonicensen 1:10 | Wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag. |
2 Thessalonicensen 1:11 | Waarom wij ook altijd bidden voor u, dat onze God u waardig achte der roeping, en vervulle al het welbehagen [Zijner] goedigheid, en het werk des geloofs met kracht. |
2 Thessalonicensen 2:4 | Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of [als] God geeerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is. |
2 Thessalonicensen 2:9 | [Hem, zeg ik,] wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen, en wonderen der leugen; |
2 Thessalonicensen 2:10 | En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden. |
2 Thessalonicensen 2:12 | Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid. |