G3956 πᾶς
ieder, elk, alles, het geheel, alle dingen
1 Timotheus 4:15 | Bedenk deze dingen, wees hierin [bezig], opdat uw toenemen openbaar zij in alles. |
1 Timotheus 5:2 | De oude [vrouwen] als moeders; de jonge als zusters, in alle reinheid. |
1 Timotheus 5:10 | Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen opgevoed heeft, zo zij [gaarne] heeft geherbergd, zo zij der heiligen voeten heeft gewassen, zo zij den verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zo zij alle goed werk nagetracht heeft. |
1 Timotheus 5:20 | Bestraf die zondigen in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze mogen hebben. |
1 Timotheus 6:1 | De dienstknechten, zovelen als er onder het juk zijn, zullen hun heren alle eer waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer niet gelasterd worde. |
1 Timotheus 6:10 | Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken. |
1 Timotheus 6:13 | Ik beveel u voor God, Die alle ding levend maakt, en [voor] Christus Jezus, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd heeft, |
1 Timotheus 6:17 | Beveel den rijken in deze tegenwoordige wereld, dat zij niet hoogmoedig zijn, noch [hun] hoop stellen op de ongestadigheid des rijkdoms, maar op den levenden God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent, om te genieten; |
2 Timotheus 1:15 | Gij weet dit, dat allen, die in Azie zijn, zich van mij afgewend hebben; onder dewelke is Fygellus en Hermogenes. |
2 Timotheus 2:7 | Merk, hetgeen ik zeg; doch de Heere geve u verstand in alle dingen. |
2 Timotheus 2:10 | Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid. |
2 Timotheus 2:19 | Evenwel het vaste fondament Gods staat, hebbende dit zegel: De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn; en: Een iegelijk, die den Naam van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid. |
2 Timotheus 2:21 | Indien dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des Heeren, tot alle goed werk toebereid. |
2 Timotheus 2:24 | En een dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, [en] die de kwaden kan verdragen; |
2 Timotheus 3:9 | Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook [die] van genen geworden is. |
2 Timotheus 3:11 | [Mijn] vervolgingen, [mijn] lijden, zulks als mij overkomen is in Antiochie, in Ikonium [en] in Lystre; hoedanige vervolgingen ik geleden heb, en de Heere heeft mij uit alle verlost. |
2 Timotheus 3:12 | En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden. |
2 Timotheus 3:16 | Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is; |
2 Timotheus 3:17 | Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaaktelijk toegerust. |
2 Timotheus 4:2 | Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer. |