Zacharia 6:13 | Ja, Hij zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen die Beiden wezen. |
Zacharia 8:10 | Want voor die dagen kwam des mensen loon te niet, en het loon van het vee was geen; en de uitgaande en de inkomende hadden geen vrede vanwege den vijand, want Ik zond alle mensen, een iegelijk tegen zijn naaste. |
Zacharia 8:16 | Dit zijn de dingen, die gij doen zult: spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; oordeelt de waarheid en een oordeel des vredes in uw poorten. |
Zacharia 8:19 | Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het vasten der vierde, en het vasten der vijfde, en het vasten der zevende, en het vasten der tiende [maand], zal den huize van Juda tot vreugde, en tot blijdschap, en tot vrolijke hoogtijden wezen; hebt dan de waarheid en den vrede lief. |
Zacharia 9:10 | En Ik zal de wagens uit Efraim uitroeien, en de paarden uit Jeruzalem; ook zal de strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; en Zijn heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde. |
Maleachi 2:5 | Mijn verbond met hem was het leven, en de vrede; en Ik gaf hem die [tot] een vreze; en hij vreesde Mij, en hij werd om Mijns Naams wil verschrikt. |
Maleachi 2:6 | De wet der waarheid was in zijn mond, en er werd geen onrecht in zijn lippen gevonden; hij wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid, en hij bekeerde er velen van ongerechtigheid. |
Mattheus 10:13 | En indien dat huis waardig is, zo kome uw vrede over hetzelve, maar indien het niet waardig is, zo kere uw vrede weder tot u. |
Mattheus 10:34 | Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. |
Markus 5:34 | En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede, en zijt genezen van deze uw kwaal. |
Markus 9:50 | Het zout is goed; maar indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken? Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander. |
Lukas 1:79 | Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den weg des vredes. |
Lukas 2:14 | Ere [zij] God in de hoogste [hemelen], en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. |
Lukas 2:29 | Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; |
Lukas 7:50 | Maar Hij zeide tot de vrouw: Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede. |
Lukas 8:48 | En Hij zeide tot haar: Dochter, wees welgemoed, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede. |
Lukas 10:5 | En in wat huis gij zult ingaan, zegt eerst: Vrede [zij] dezen huize! |
Lukas 10:6 | En indien aldaar een zoon des vredes is, zo zal uw vrede op hem rusten; maar indien niet, zo zal [uw vrede] tot u wederkeren. |
Lukas 11:21 | Wanneer een sterke gewapende zijn hof bewaart, zo is [al] wat hij heeft in vrede. |
Lukas 12:51 | Meent gij, dat Ik gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik u, maar veeleer verdeeldheid. |