Engelen
ἄγγελος G32 "boodschapper, gezant, engelen", ἀρχάγγελος G743 "aartsengel", כְּרוּב H3742 "Cherub, Cherubim, engelen", מֲלְאָךְ H4397 "boodschapper, boodschapper (van God), gezant, engelen, koning", מַלְאַךְ H4398 "engel", שָׂרָף H8314 "seraf, seraphim, engel",

Zie ook: Beeldbank, Artikelen Blog, Aartsengelen, Cherubim, Engel des Heeren, Engelen (plaatsgebonden), Engelverschijningen, Seraf,

Engel (Hebreeuws מֲלְאָךְ H4397, Aramees מַלְאַךְ H4398, Grieks ἄγγελος G32), behoren in de Bijbel tot de hogere wezens van de schepping.

Inhoud

Bijbel

Beschrijving en definitie van engelen

Geestelijke wezens

Engelen zijn door God geschapen geesten of bovennatuurlijke wezens, met rede begiftigd. De schrijver van Hebreeën vraagt zich af Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen? (Heb 1:14). Ze zijn meer dan personificaties van goed en slecht, het zijn majestueuze wezens geschapen om God wil uit te voeren (Ps 148:2-5; Col 1:16). In deze hoedanigheid zijn ze niet gebonden aan fysieke belemmeringen, zoals de muren van een gevangenis (Hand 12:7) en zijn sterker dan mensen (2 Petr 2:11), wat niet wil zeggen dat ze almachtig zijn (Ps 103:20; 2 Thes 1:7). Ook zijn engelen begiftigt met superieure intellect en wijsheid (2 Sam 14:17, 20), maar ook hier niet alwetend (Mat 24:36; 1 Pet 1:12).

Overige verschijningen van engelen geven een verder inzicht in hun bovennatuurlijkheid. Bij de aankondiging van de geboorte van Simson doet de engel wonderlijke dingen en verdwijnt uiteindelijk in een vlam (Richt 13:19-20).

Schepping van de engelen

In Job 38:7 lezen we de vraag waar de mens was bij de schepping "toen de morgensterren samen vrolijk zongen, en al de kinderen van God juichten?", waaruit we zouden kunnen concluderen dat de engelen al voor de schepping waren geschapen.

Menselijke karakteristieken

Overal in de Bijbel waar sprake is van engelen worden ze als mannelijk bestempeld. Men zou zelfs kunnen denken dat ze geslachtsloos zijn als men  Mattheus 22:30 leest: "Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in den hemel", echter hier wordt alleen gesteld dat ze niet trouwen. Echter er is een plek in de Bijbel waar sprake is van engelachtige wezens welke vrouwelijk zijn: Zacharia 5:9 "En ik hief mijn ogen op, en ik zag; en ziet, twee vrouwen kwamen voort, en wind was in haar vleugelen, en zij hadden vleugelen, als de vleugelen eens ooievaars; en zij voerden de efa tussen de aarde en tussen den hemel."

Uiterlijk

Soms verschijnen engelen in de vorm van mensen, zoals bij Abraham (Gen 18:2), soms worden ze beschreven als zijnde met vleugels. Serafim hebben zes vleugels (Jes 6:2): twee waarmee hun aangezicht wordt bedekt, twee aan hun voeten en twee waarmee ze vliegen. Cherubim hebben daarentegen twee vleugels (Ex 37:9; 1 Kon 6:27).

Volgens het apocriefe boek Jubileeën 15.26-27 zouden engelen zijn besneden "And every one that is born, the flesh of whose foreskin is not circumcised on the eighth day, belongeth not to the children of the covenant which the Lord made with Abraham, but to the children of destruction ... for all the angels of the presence and all the angels of sanctification have been so created."

Beschermengelen

In Psalm 91:11, Luk. 4:10 lezen we "Want Hij zal voor u Zijn engelen bevel geven dat zij u bewaren op al uw wegen."

Terwijl in Ps. 34:8 en Gen 48:16 sprake is dat de Engel des Heere zelf de persoon beschermd.

Overig

Sommige engelen lijken plaatsgebonden te zijn of een speciale functie voor een bepaalde regio of stad te hebben (→ plaatsgebonden engelen).


Terminologie

Het woord engel komt van het Grieks ἄγγελος G32 angelos wat "boodschapper" betekent. Het overeenkomstige Hebreeuwse מֲלְאָךְ H4397 mălʾāk en Aramese מַלְאַךְ H4398 malʾak hebben een gelijke betekenis. Deze woorden worden soms ook gebruikt voor menselijke boodschappers, zoals een profeet (Hag 1:13) of een priester (Mal 2:7)

Andere benamingen voor engelen zijn: "zonen van God" (Gen 6:2-4; Job 1:6; 2:1), een "heilige wachter" (Dan 4:13), "hemelse legers" (Luk 2:13; 1 Kon. 22:19; 2 Kron. 18:18; Neh. 9:6) en "heirscharen, legers" in de bekende uitdrukking "HEERE der heirscharen" (1 Sam 1:11), "morgenster(ren) (Job 38:7; Jes 14:12)

Daarnaast behoren ook de כְּרוּב H3742 Cherub (mv. "Cherubim"; Grieks χερουβίμ G5502) welke op de ark des verbonds stonden (Ex 25:18ev) en de שָׂרָף H8314 Seraf (mv. Serafim) rond de troon van God (Jes 6:2, 6) tot de engelen.


Classificatie en namen

Soorten en aantallen engelen

In de Bijbel wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten engelen, ieder met hun eigen taken en bevoegdheden (Col. 1:16; Ef. 3:10).

Uit verschillende passages blijkt dat er veel engelen zijn, "tienduizenden tienduizendtallen en duizenden duizendtallen" (Opb. 5:11), "vele duizenden der engelen" (Heb. 12:22), terwijl Jezus zegt dat hij "twaalf legioenen engelen" kon oproepen (Mat. 26:53).

Goede engelen

Goede engelen worden genoemd in de Bijbel als  "heilige engelen", "engelen van God" (Ps 103:20; Luk 9:26, 12:8; Heb 1:6). Jezus spreekt van "Zijn engelen" (Mat 16:27; 24;31), ook Paulus verwijst hiernaar "Zijn machtige engelen" (2 Thes 1:7). Van slechts twee zijn de namen bekend nl. Michaël (Dan. 10:13; Opb. 12:7) en Gabriël (Dan. 8:16; Luk. 1:19).

Slechte engelen

Zie ook: Demonen

Onder slechte engelen wordt verstaan de duivel (satan) en zijn engelen. Zij hebben een tijd in de hemel gewoond, maar als afvalligen naar de aarde verbannen (Jes 14:12, 13; Op 12:7). Deze verbanning was voor de schepping van de mens, daar de "oude slang" Adam en Eva verleidde in de hof van Eden (Gen 3). Een deel van deze gevallen engelen  zijn in de afgrond geworpen (2 Pet. 2:4; Judas 1:6) waar ze bewaard worden tot het oordeel van de grote dag. Het uiteindelijke lot van alle gevallen engelen is het eeuwige vuur waarin ze geworpen zullen worden (Mat 25:41).

In Gen 6:1-5 wordt gesproken over de bestialiteit tussen deze engelen en de dochters van de mens. Deze gebeurtenis wordt ook vermeld in het apocriefe boek Henoch (1 Henoch 15: 9-16).

Volgens Efeziers 6:12 zijn ze in vier categorieën onder te verdelen:

  1. De overheden
  2. De machten
  3. De wereldbeheersers dezer duisternis
  4. De boze geesten in de hemelse gewesten

Namen van engelen

In de Bijbel worden enkele engelen bij naam genoemd:

In het jodendom en christendom zijn er nog een aantal die, naast bovengenoemde een speciale rol spelen:


Engelverschijningen

Zie: Engelverschijningen


Jodendom

Hiërarchie engelen

Maimonides, in zijn Mishneh Torah of Yad ha-Chazakah: Yesodei ha-Torah, telde tien rijen engelen in de Joodse engelenhiërarchie, beginnend bij de hoogste:

Hiërarchie Benaming Opmerkingen
1 Chayot Ha Kodesh Zie Ezechiel 1 en 10
2 Ophanim Zie Tronen en Ezechiel 1 en 10
3 Erelim Zie Jesaja 33:7
4 Hashmallim Zie Hasmal en Ezechiel 1:4
5 Serafim Zie Serafim en Jesaja 6
6 Malachim Boodschappers, engelen
7 Elohim "Goddelijke wezens"
8 Bene Elohim "Zonen van goddelijke wezens"
9 Cherubim Zie Cherubim en Talmud Hagigah 13b
10 Ishim "mensachtige wezens", zie Genesis 18:2Daniel 10:5

Christendom

In het christendom zijn engelen boodschappers van God, gebaseerd op engelen in het jodendom.

Hiërarchie engelen

Met name Pseudo-Dionysius (5de-6de eeuw n.C.) gaf een beschrijving van de hiërarchie van engelen in zijn boek De Coelesti Hierarchia (Hierarchia 6.7), waarbij hij drie sferen onderscheidde. Ook Thomas Aquinas (Summa Theologica, I.108) volgt in deze indeling, Hierbij baseren zij zich vooral op Efeziers 1:21 en Colossenzen 1:16:

  1. Serafim, Cherubim, en Tronen;
  2. Dominaties, deugden en krachten;
  3. Vorstendommen, Aartsengelen, en engelen.

Aangemaakt 3 april 2005, laatst bijgewerkt 17 juli 2019


Koop nu