G1161 δέ
maar, bovendien

Bijbelteksten

Mattheus 12:32En zo wie [enig] woord gesproken zal hebben tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden; maar zo wie tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet vergeven worden, noch in deze eeuw, noch in de toekomende.
Mattheus 12:36Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels.
Mattheus 12:39Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet.
Mattheus 12:43En wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo gaat hij door dorre plaatsen, zoekende rust, en vindt ze niet.
Mattheus 12:46En als Hij nog tot de scharen sprak, ziet, Zijn moeder en broeders stonden buiten, zoekende Hem te spreken.
Mattheus 12:47En iemand zeide tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders staan [daar] buiten, zoekende U te spreken.
Mattheus 12:48Maar Hij, antwoordende, zeide tot dengene die Hem [dat] zeide: Wie is Mijn moeder, en wie zijn Mijn broeders?
Mattheus 13:1En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee.
Mattheus 13:5En een ander [deel] viel op steenachtige [plaatsen], waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.
Mattheus 13:6Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden; en omdat het geen wortel had, is het verdord.
Mattheus 13:7En een ander [deel] viel in de doornen; en de doornen wiesen op, en verstikten hetzelve.
Mattheus 13:8En een ander [deel] viel in de goede aarde, en gaf vrucht, het een honderd-, het ander zestig-, en het ander dertig[voud].
Mattheus 13:11En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Omdat het u gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen te weten, maar dien is het niet gegeven.
Mattheus 13:12Want wie heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
Mattheus 13:16Doch uw ogen zijn zalig, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen.
Mattheus 13:20Maar die in steenachtige [plaatsen] bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt;
Mattheus 13:21Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geergerd.
Mattheus 13:22En die in de doornen bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
Mattheus 13:23Die nu in de goede aarde bezaaid is, deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook vrucht draagt en voortbrengt, de een honderd-, de ander zestig-, en de ander dertig [voud].
Mattheus 13:25En als de mensen sliepen, kwam zijn vijand, en zaaide onkruid midden in de tarwe, en ging weg.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel