G1438 ἑαυτοῦ
hemzelf, haarzelf, hetzelve, henzelf

Bijbelteksten

Lukas 7:49En die mede aanzaten, begonnen te zeggen bij zichzelven: Wie is Deze, Die ook de zonden vergeeft?
Lukas 9:23En Hij zeide tot allen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis dagelijks op, en volge Mij.
Lukas 9:25Want wat baat het een mens, die de gehele wereld zou winnen, en zichzelven verliezen, of schade [zijns zelfs] lijden?
Lukas 9:47Maar Jezus, ziende de overleggingen hunner harten, nam een kindeken, en stelde dat bij Zich;
Lukas 9:60Maar Jezus zeide tot hem: Laat de doden hun doden begraven; doch gij, ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods.
Lukas 10:29Maar hij, willende zichzelven rechtvaardigen, zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste?
Lukas 11:17Maar Hij, kennende hun gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een huis, tegen zichzelf [verdeeld zijnde], valt.
Lukas 11:18Indien nu ook de satan tegen zichzelven verdeeld is, hoe zal zijn rijk bestaan? Dewijl gij zegt, dat Ik door Beelzebul de duivelen uitwerp.
Lukas 11:21Wanneer een sterke gewapende zijn hof bewaart, zo is [al] wat hij heeft in vrede.
Lukas 11:26Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven anderen geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste.
Lukas 12:1Daarentussen als vele duizenden der schare bijeenvergaderd waren, zodat zij elkander vertraden, begon Hij te zeggen tot Zijn discipelen: Vooreerst wacht uzelven voor den zuurdesem der Farizeen, welke is geveinsdheid.
Lukas 12:17En hij overleide bij zichzelven, zeggende: Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn vruchten zal verzamelen.
Lukas 12:21Alzo [is het met dien], die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk is in God.
Lukas 12:33Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft.
Lukas 12:36En zijt gij den mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen.
Lukas 12:47En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en [zich] niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele [slagen] geslagen worden.
Lukas 12:57En waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht is?
Lukas 13:19Het is gelijk aan een mosterdzaad, hetwelk een mens genomen en in zijn hof geworpen heeft; en het wies op, en werd tot een groten boom, en de vogelen des hemels nestelden in zijn takken.
Lukas 13:34Jeruzalem, Jeruzalem! gij, die de profeten doodt, en stenigt, die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen [vergadert]; en gijlieden hebt niet gewild?
Lukas 14:11Want een iegelijk, die zichzelven verhoogt, zal vernederd worden; en die zichzelven vernedert, zal verhoogd worden.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin