Mattheus 22:10 | En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld met aanzittende [gasten]. |
Mattheus 24:46 | Zalig is die dienstknecht, welken zijn heer, komende, zal vinden alzo doende. |
Mattheus 26:40 | En Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet een uur met Mij waken? |
Mattheus 26:43 | En komende [bij hen], vond Hij hen wederom slapende; want hun ogen waren bezwaard. |
Mattheus 26:60 | En hoewel er vele valse getuigen toegekomen waren, zo vonden zij [toch] niet. |
Mattheus 27:32 | En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name Simon; deze dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg. |
Markus 1:37 | En zij Hem gevonden hebbende, zeiden tot Hem: Zij zoeken U allen. |
Markus 7:30 | En als zij in haar huis kwam, vond zij, dat de duivel uitgevaren was, en de dochter liggende op het bed. |
Markus 11:2 | En zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij in hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op hetwelk geen mens gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het. |
Markus 11:4 | En zij gingen heen, en vonden het veulen gebonden bij de deur, buiten aan de wegscheiding, en zij ontbonden hetzelve. |
Markus 11:13 | En ziende van verre een vijgeboom, die bladeren had, ging Hij [om te zien], of Hij ook iets op denzelven zou vinden; en daarbij gekomen zijnde, vond Hij niet dan bladeren; want het was de tijd der vijgen niet. |
Markus 13:36 | Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde. |
Markus 14:16 | En Zijn discipelen gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het pascha. |
Markus 14:37 | En Hij kwam, en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Kunt gij niet een uur waken? |
Markus 14:40 | En wedergekeerd zijnde, vond Hij hen wederom slapende, want hun ogen waren bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem antwoorden zouden. |
Markus 14:55 | En de overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden niet. |
Lukas 1:30 | En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden. |
Lukas 2:12 | En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe. |
Lukas 2:45 | En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom naar Jeruzalem, Hem zoekende. |
Lukas 2:46 | En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende. |