G2147 εὑρίσκω
aantreffen, vinden, ontmoeten

Bijbelteksten

Mattheus 22:10En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen, vergaderden allen, die zij vonden, beiden kwaden en goeden; en de bruiloft werd vervuld met aanzittende [gasten].
Mattheus 24:46Zalig is die dienstknecht, welken zijn heer, komende, zal vinden alzo doende.
Mattheus 26:40En Hij kwam tot de discipelen en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Kunt gij dan niet een uur met Mij waken?
Mattheus 26:43En komende [bij hen], vond Hij hen wederom slapende; want hun ogen waren bezwaard.
Mattheus 26:60En hoewel er vele valse getuigen toegekomen waren, zo vonden zij [toch] niet.
Mattheus 27:32En uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name Simon; deze dwongen zij, dat hij Zijn kruis droeg.
Markus 1:37En zij Hem gevonden hebbende, zeiden tot Hem: Zij zoeken U allen.
Markus 7:30En als zij in haar huis kwam, vond zij, dat de duivel uitgevaren was, en de dochter liggende op het bed.
Markus 11:2En zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over is; en terstond als gij in hetzelve komt, zult gij vinden een veulen gebonden, op hetwelk geen mens gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het.
Markus 11:4En zij gingen heen, en vonden het veulen gebonden bij de deur, buiten aan de wegscheiding, en zij ontbonden hetzelve.
Markus 11:13En ziende van verre een vijgeboom, die bladeren had, ging Hij [om te zien], of Hij ook iets op denzelven zou vinden; en daarbij gekomen zijnde, vond Hij niet dan bladeren; want het was de tijd der vijgen niet.
Markus 13:36Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde.
Markus 14:16En Zijn discipelen gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het pascha.
Markus 14:37En Hij kwam, en vond hen slapende, en zeide tot Petrus: Simon, slaapt gij? Kunt gij niet een uur waken?
Markus 14:40En wedergekeerd zijnde, vond Hij hen wederom slapende, want hun ogen waren bezwaard; en zij wisten niet, wat zij Hem antwoorden zouden.
Markus 14:55En de overpriesters, en de gehele raad, zochten getuigenis tegen Jezus, om Hem te doden, en vonden niet.
Lukas 1:30En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden.
Lukas 2:12En dit zal u het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken gewonden, en liggende in de kribbe.
Lukas 2:45En als zij Hem niet vonden, keerden zij wederom naar Jeruzalem, Hem zoekende.
Lukas 2:46En het geschiedde, na drie dagen, dat zij Hem vonden in den tempel, zittende in het midden der leraren, hen horende, en hen ondervragende.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel