Prediker 10:8 | Wie een kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een muur doorbreekt, een slang zal hem bijten. |
Prediker 11:3 | Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen. |
Jesaja 3:8 | Want Jeruzalem heeft aangestoten, en Juda is gevallen, dewijl hun tong en handelingen tegen den HEERE zijn, om de ogen Zijner heerlijkheid te verbitteren. |
Jesaja 3:25 | Uw mannen zullen door het zwaard vallen, en uw helden in den strijd. |
Jesaja 8:15 | En velen onder hen zullen struikelen, en vallen, en verbroken worden, en zullen verstrikt en gevangen worden. |
Jesaja 9:7 | De Heere heeft een woord gezonden in Jakob, en het is gevallen in Israel. |
Jesaja 9:9 | De tichelstenen zijn gevallen, maar [met] uitgehouwen stenen zullen wij [wederom] bouwen; de wilde vijgebomen zijn afgehouwen, maar wij zullen ze in cederen veranderen; |
Jesaja 10:4 | Dat elkeen zich niet zou buigen onder de gevangenen, en vallen onder de gedoden? Om dit alles keert Zijn toorn zich niet af, maar Zijn hand is nog uitgestrekt. |
Jesaja 10:34 | En Hij zal met ijzer de verwarde struiken des wouds omhouwen; en de Libanon zal vallen door den Heerlijke. |
Jesaja 13:15 | Al wie gevonden wordt, zal doorstoken worden, en al wie daarbij gevoegd is, zal door het zwaard vallen. |
Jesaja 14:12 | Hoe zijt gij uit den hemel gevallen, o morgenster, gij zoon des dageraads! [hoe] zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! |
Jesaja 16:9 | Daarom beween ik, in de wening over Jaezer, den wijnstok van Sibma, ik maak u doornat met mijn tranen, o Hesbon en Eleale! want het vreugdegeschrei over uw zomervruchten en over uw oogst is gevallen; |
Jesaja 21:9 | En zie nu, daar komt een wagen mannen, [en] een paar ruiters! Toen antwoordde hij, en zeide: Babel is gevallen, zij is gevallen! en al de gesneden beelden harer goden heeft Hij verbroken tegen de aarde. |
Jesaja 22:25 | Te dien dage, spreekt de HEERE der heirscharen, zal die nagel, die aan een vaste plaats gestoken was, weggenomen worden; en hij zal afgehouwen worden, en hij zal vallen, en de last, die daaraan is, zal afgesneden worden; want de HEERE heeft het gesproken. |
Jesaja 24:18 | En het zal geschieden, zo wie voor de stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want de sluizen in de hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten der aarde zullen beven. |
Jesaja 24:20 | De aarde zal ganselijk waggelen, gelijk een dronkaard, en zij zal heen en weder bewogen worden, gelijk een nachthut; en haar overtreding zal zwaar op haar zijn, en zij zal vallen, en niet weder opstaan. |
Jesaja 26:18 | Wij waren bevrucht, wij hadden de smarten, [maar] wij hebben [niet] dan wind gebaard; wij deden het land geen behoudenis aan, en de inwoners der wereld vielen niet neder. |
Jesaja 26:19 | Uw doden zullen leven, [ook] mijn dood lichaam, zij zullen opstaan; waakt op en juicht, gij, die in het stof woont! want uw dauw zal zijn [als] een dauw der moeskruiden, en het land zal de overledenen uitwerpen. |
Jesaja 30:13 | Daarom zal ulieden deze misdaad zijn gelijk een vallende scheur, uitwaarts gebogen in een hogen muur, welks breuk haastelijk in een ogenblik komen zal. |
Jesaja 30:25 | En er zullen op allen hogen berg, en op allen verhevenen heuvel beekjes [en] watervlieten zijn, in den dag der grote slachting, wanneer de torens vallen zullen. |