H8433_ תּוֹכֵחָה
tuchtiging, straf, bewijs, betoog, argument
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Straf, Vergelding, Tucht,

Statistieken

Komt 29x voor in 8 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

towkechah, van יָכַח H3198; TWOT - 865a 865b


1) תּוֹכֵחַה vr. tuchtiging, straf (Broers; Italie, p. 110; Gesenius, p. 858; 2 Kon. 19:3; Ps. 149:7; Jes. 37:3; Hos. 5:9); 2) תּוֹכַחַת vr. bewijs, betoog, argument (Broers; Gesenius, p. 858), het bewijzen  terechtwijzing, waarschuwing, tuchtiging, straf, berisping, klacht (Italie, p. 111; Gesenius, p. 858; Job 13:6; 23:4; Ps. 73:14; 39:12; Spr. 15: 5, 10, 31, 32); 2a) אִ֣ישׁ תֹּ֭וכָחֹות eigenzinnige (Italie, p. 111).


Voorkomend in de LXX als: ελεγχοςG1650 "bewijs, tegenbewijs, weerlegging, berisping, terechtwijzing"; εκδικησιςG1557 "bestraffing"; εντοληG1785 "bevel, opdracht, voorschrift"; παιδειαG3809 "opvoeding van kinderen"; ονειδισμοςG3680 "verwijt, beschimping";


Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

תּוֹכַ֫חַת n.f. argument, reproof 1 argument, impeachment, spoken by lips and mouth 2 reproof, chiding 3 correction, rebuke

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H8433 תּוֹכֵחָה tôwkêchâh; and תּוֹכַחַת; from 3198; chastisement; figuratively (by words) correction, refutation, proof (even in defence) — argument, × chastened, correction, reasoning, rebuke, reproof, × be (often) reproved.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws יָכַח H3198 "tuchtigen, straffen, bestraffen, rechtspreken, berispen naarstiglijk -, berispen";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij